Neusoperatie
Er zijn meerdere neusoperaties mogelijk:
Septumcorrectie
Bij een septumcorrectie wordt het neustussenschot inwendig recht gezet; er zijn geen zichtbare littekens te verwachten. Bij de operatie worden het kraakbeen en het bot van het neustussenschot vrijgelegd via een klein sneetje binnenin de neus. Hierna wordt het tussenschot rechtgezet (uitstekende stukken worden verwijderd, kromme delen worden rechtgemaakt etc.).
In de neus ingebrachte tampons houden daarna tijdelijk het aldus herstelde neustussenschot op zijn plaats. Het tussenschot krijgt hierdoor aan weerszijden in de juiste positie gesteund, zodat slijmvlies, kraakbeen en bot weer aan elkaar kunnen groeien. Vaak worden aan de buitenzijde van de neus ook nog enige pleisters aangebracht ter ondersteuning. De tampons worden na enkele dagen weer verwijderd, evenals de pleisters. U kunt dan dus weer door de neus ademen.
In- en uitwendige neuscorrectie
Soms is de neusfunctie ook door een abnormale vorm van de buitenkant van de neus verstoord. Dit heeft dan ook invloed op het uiterlijk. Vaak is het in zo’n geval mogelijk om in één operatie niet alleen de functie te herstellen, maar ook het uiterlijk te verbeteren. Deze operatie wordt in het algemeen van binnenuit verricht. Er zullen dus geen sneden gemaakt worden op zichtbare plaatsen en er zullen geen zichtbare littekens achterblijven. Wanneer dit wel noodzakelijk is, dan wordt dat met u besproken. In de regel betreft het dan zeer kleine littekentjes, die later niet of nauwelijks zichtbaar zullen zijn.
Aan het eind van de operatie worden tampons in de neus aangebracht. Wanneer het bot van het uitwendige van de neus is geopereerd, dan zal de neus bovendien worden vastgezet met pleisters met daar overheen een kapje van gips, kunststof of metaal. De neustampons zullen na enkele dagen weer worden verwijderd. Het kapje moet tenminste een week op zijn plaats blijven om ervoor te zorgen dat de weefsels en de botstukken in de goede positie aan elkaar groeien.
Het is verstandig om de eerste week na de operatie de neus niet te snuiten. Beter is het om de neus schoon te spoelen met een keukenzoutoplossing (zelf te maken door een afgestreken theelepeltje keukenzout op te lossen in een bierglas (2 dl) met lauw water dat heeft gekookt). U kunt van uw arts instructie krijgen hoe u dit het beste kunt doen. Vooral wanneer ook het uitwendige van de neus geopereerd is, mag er gedurende enige weken geen druk of trek op de neus uitgeoefend worden; dus oppassen bij het sporten!
Neusschelpverkleining
De twee neusholtes worden verkleind door zes neusschelpen (drie aan beide kanten), waarvan de onderste soms relatief te groot zijn. Als hierdoor de neusdoorgankelijkheid wordt verstoord, kan de KNO-arts adviseren de neusschelp(en) te verkleinen. Bij deze operatie ontstaan geen littekens aan de buitenkant. Meestal wordt gekozen voor verdamping van het slijmvlies van de neusschelp(en), door op meerdere plaatsen een dun naaldje in de neusschelp te prikken en zo het slijmvlies van de neusschelp(en) te verschrompelen. Dit gaat gepaard met wat rookontwikkeling, wat u als vieze geur kunt ervaren. Tevens is het mogelijk pijnscheuten in de tanden of kiezen te voelen. Dit is hinderlijk, maar niet gevaarlijk.
Het is ook mogelijk dat de KNO-arts adviseert met een mes, in de lengterichting, een strook neusschelpslijmvlies met neusschelpbot te snijden (conchotomie). In de meeste gevallen is het niet nodig een neustampon in de neus aan te brengen.
Complicaties
Zoals bij iedere operatie kunnen ook bij een neusoperatie complicaties optreden. Gelukkig komen deze niet vaak voor en kunnen ze meestal verholpen of behandeld worden. Een mogelijke complicatie is een bloeding. Zo’n bloeding herkent u doordat er helderrood bloed in uw mond of uit uw neus komt. Dit is geen reden tot ongerustheid. Wel vragen wij u om contact op te nemen met ons ziekenhuis. Het kan ook gebeuren dat u rood gekleurd snot in uw neus heeft of slijm in uw keel. Dat is normaal, u hoeft hier geen actie voor te ondernemen.