Collega verpleegkundige Wilma Koops schrijft elke 14 dagen een blog.
In de gang, op weg naar de afdeling, zie ik een oud-collega van de afdeling Interne Geneeskunde met een kinderbedje lopen. Een beeld dat praktisch nooit voorkomt. Ik vraag haar ernaar en ze vertelt dat ze eerst een wiegje meekreeg, maar omdat dat voor een vier maanden oude baby niet veilig meer is, had ze toch maar een spijlenbedje opgehaald. Ze is onderweg naar haar afdeling. “Is dit toevallig voor baby Sam”, vraag ik en een onbestemd gevoel neemt de overhand.
De vader van Sam, 31 jaar, lag vorige week ernstig ziek op de Acute Opname Afdeling. Een jaar geleden is er kanker bij hem geconstateerd en een heel jaar lang heeft hij gevochten om te overleven. Op een bepaald moment zorgde een operatie ervoor dat hij tumorvrij was. Genezing leek in zicht, maar het ongelukkige lot bepaalde dat deze periode maar kort duurde. Een recidief nestelde zich opnieuw in zijn buik en sloeg des te harder toe.
“Het bedje is inderdaad voor Sam. Ze blijft met haar moeder slapen, want het gaat helemaal niet goed met haar vader.” Tijdens zijn opname op de AOA van vorige week, zag ik een jonge vent met pijn, heel veel pijn. Machteloos probeerde ik voor hem te zorgen. Hij lag met zijn ogen dicht opgevouwen in bed, alles was teveel. Mijn hele dienst was erop gericht om hem comfortabel te krijgen en vlak voordat mijn werkdag erop zat, keek ik een laatste keer achter de deur. Hij zat rechtop, de pijn zakte eindelijk af en een glimlach kwam me tegemoet. Ik ging naar binnen om een praatje te maken.
“Mijn enige hoop is gevestigd op wat de oncoloog gaat vinden van de uitslag van de scan. Ze zeiden al dat op sommige plekken de tumoren zijn geslonken, maar ook dat er nieuwe bij zijn gekomen en andere juist groter zijn geworden. Ik hoop dat er nog behandelmogelijkheden zijn. Ik wil zo graag mijn dochter groot zien worden.” Met kippenvel op mijn rug en als moeder van drie snap ik heel goed wat hij zegt. “Heb je al wel kunnen genieten van het vaderschap?” Ik zie de trots in zijn ogen. Na even nagedacht te hebben over de mooie momenten van de afgelopen periode, zegt hij: “Ik geniet wanneer ze bij me op de arm ligt en me lachend aankijkt. Dat lukt alleen niet altijd, want wanneer ze op mijn buik ligt, heb ik pijn.” Nu, een week later, vertelt mijn oud-collega dat zijn gezondheid hard achteruit gaat. “De ziekte is erg progressief. De behandeling lijkt niet aan te slaan en nieuwe mogelijkheden zijn er helaas niet. Het eind is in zicht…”
Twee dagen later hoor ik dat Sam afgelopen nacht nog voor een glimlach gezorgd heeft tijdens een moment van onrust en pijn. Ze had naast hem in bed gelegen. Haar vader had dit moment nog bewust meegemaakt en even was hij rustig geworden van haar aanwezigheid. Niet veel uren later is hij, op 31-jarige leeftijd, in het bijzijn van zijn vrouw en dochter overleden.