“Veel bewondering voor alle zorgverleners die mijn man verzorgd hebben”
Corona was nog niet lang in Nederland, toen de man van Daphne opgenomen werd in het ziekenhuis. Een onzekere tijd brak aan; hij lag weken in het ziekenhuis. “Ik voelde me in die periode vaak machteloos.”
Daphne’s man Henk-Peter werd eind maart 2020 met benauwdheidsklachten opgenomen in ZGT in Almelo. Ook had hij koorts. Uit de coronatest kwam een positieve uitslag. “Henk-Peter werd na een kleine dag overgeplaatst naar MST”, vertelt Daphne. “Hier heeft hij op verschillende afdelingen gelegen; van de corona-afdeling is hij naar de Intensive Care gegaan en vervolgens ging hij weer terug naar de corona-afdeling.”
Daphne vertelt dat ze in die tijd tussen hoop en vrees leefde. “Op 27 maart bracht ik hem naar Almelo en ik zag hem pas op 7 april weer in Enschede. De ziekte is zo grillig en Henk-Peter lag aan de beademing, dus ik voelde me erg machteloos. Pas toen zijn koorts zakte en de toegediende zuurstof steeds meer afgebouwd werd, kreeg ik wat meer vertrouwen. Het gesprek met de longarts en de verpleegkundige, dat ik samen met mijn zwager had, droeg daar ook aan bij. Zij gaven goede uitleg wat ze doen en wat de prognose was en wij konden onze vragen stellen.”
Elke dag dat haar man in het ziekenhuis lag, belde Daphne met de zorgverleners in het ziekenhuis, twee keer per dag. “Ik mocht nog wel vaker bellen, maar dat wilde ik mezelf niet aan doen. Ik kreeg eerlijke verhalen van de verpleegkundige en ik vertelde dat ook zo eerlijk mogelijk aan onze zoon van 12 jaar. Dat is soms confronterend, maar ik wist zo wel waar we aan toe waren. Op cruciale momenten, bijvoorbeeld een extra onderzoek vanwege pijn, werd ik gebeld door de arts of verpleegkundige. Het gaf me vertrouwen; ik wist dat er goed voor hem gezorgd werd.” Daphne heeft via Skype haar man en zijn kamer kunnen zien en heeft op advies van de zorgverleners kaartjes in zijn kamer opgehangen. “Zo zou hij herkenbare gezichten zien wanneer hij wakker zou worden.”
“Mijn man is dankbaar voor de goede zorgen. Iedereen heeft heel hard gewerkt in een moeilijke periode, waarin nog niet echt veel bekend was over corona. Hij kreeg medewerkers aan zijn bed, die normaal een andere functie bekleden in het ziekenhuis en nu als buddy op de afdeling werkten. Zij hadden ook wat meer tijd om even een praatje te maken. Hij heeft paniekaanvallen gehad. Op die momenten kwam er een verpleegkundige aan zijn bed zitten om hem gerust te stellen. Iedereen was enorm lief en betrokken. We hebben grote bewondering voor de mensen in de zorg. Hun uithoudingsvermogen, de onmacht, het risico dat ze lopen… Petje af. Naast goede zorgen voor mijn man hebben ze echt oog gehad voor mij als partner.”
Toen Henk-Peter in april naar huis mocht, was zijn conditie erg slecht. “Hij liep achter een rollator en lag op een bed in de kamer. Na een tijdje hebben we een gesprek gehad op de IC-nazorgpoli, daar is hij doorverwezen naar het Roessingh. Daar is hij nu een aantal maanden aan het revalideren. Hij is mentaal en fysiek vermoeid, waardoor hij niet kan werken en zijn uithoudingsvermogen sterk verminderd is. Hij is dus nog lang niet de oude, het is de vraag of hij dat gaat worden. Gelukkig blijkt er geen littekenweefsel op zijn longen te zitten. Dat biedt perspectief voor een verder herstel.”
Voor Daphne en haar gezin is het belangrijk dat mensen zich aan de maatregelen houden. “Het kost ons geen moeite, we weten waarvoor we het doen. Dit kan echt iedereen overkomen.”