Op deze pagina leest u de antwoorden op veelgestelde vragen over radiotherapie. Wij hebben dit opgedeeld in praktische, medische en technische vragen.
Praktische vragen
Hoe lang duurt de bestraling?
Gemiddeld duurt de bestraling ongeveer anderhalf à twee minuten. Inclusief het positioneren en alle bijbehorende controles plannen we voor een afspraak gemiddeld vijftien minuten.
Krijg ik elke dag dezelfde dosis?
Ja.
Hoe groot is het gebied dat bestraald wordt?
Dit wordt per patiënt bepaald en kan dus van persoon tot persoon verschillen. De radiotherapeut-oncoloog bespreekt in het intakegesprek uw specifieke situatie met u.
Wat voel ik van de bestraling?
U voelt en ziet niets van de bestraling. U hoort enkel een zoemend geluid.
Ben ik alleen tijdens de bestraling?
Tijdens de bestraling bent u enkele minuten alleen in de bestralingsbunker. De bestralingsdeskundigen houden u goed in de gaten met camera’s en er is een intercom aanwezig. Zij kunnen u hierdoor zien en horen. Als u het prettig vindt dat er af en toe iets tegen u gezegd wordt via de intercom, kunt u dit aangeven bij de bestralingsdeskundigen.
Mag er iemand meekijken tijdens de bestraling?
Ja, het is mogelijk om een keer een naaste mee te laten kijken tijdens de bestraling. Dit altijd in overleg met de bestralingsdeskundigen op het toestel.
Is de arts aanwezig bij de bestraling?
In principe wordt de bestraling uitgevoerd door de bestralingsdeskundigen. Als het nodig is, kan het zijn dat de arts meekijkt vanuit de bedieningsruimte. U ziet of spreekt de arts dan zelf niet.
Ben ik radioactief?
Als u uitwendig wordt bestraald, bent u niet radioactief. Als het apparaat uit is, is de straling weg. De enige uitzondering is inwendige bestraling van de prostaat met behulp van jodiumzaadjes.
Kan ik zelf het tijdstip van mijn afspraak bepalen?
Na het eerste gesprek op de afdeling kunt u bij de secretaresse aan de balie een voorkeurstijd aangeven. We proberen daar rekening mee te houden. In verband met eventuele drukte en de verschillende agenda’s binnen de afdeling kunnen we daar niet altijd aan voldoen, wij vragen uw begrip hiervoor.
Op mijn afsprakenbriefje staat ‘Controle Tijdens Bestraling PA’/’Controle Tijdens Bestraling HoHa’/’Controle Tijdens Bestraling Neuro’. Wat houdt dit in?
Dit betekent dat u na de bestraling op die dag een gesprek heeft met de Physician Assistant (PA) of met een radiotherapeut-oncoloog, als u in het hoofdhalsgebied (HoHa) of op de hersenen wordt bestraald (Neuro).
Waar kan ik parkeren?
Voor het eerste gesprek kunt u parkeren in de van Heek parkeergarage. Tijdens uw bestralingsserie kunt u parkeren op onze eigen parkeerplaats. Klik hier voor meer informatie over parkeren.
Wie regelt de taxi?
U regelt zelf uw vervoer naar de afdeling. Als u met de taxi wilt komen, kunt u het beste eerst contact opnemen met uw zorgverzekeraar. Zij hebben vaak contracten met bepaalde vervoerders.
Worden mijn vervoerskosten vergoed?
In de meeste gevallen worden de vervoerskosten vergoed, zowel bij taxivervoer als wanneer u zelf naar de afdeling komt. Neem hiervoor contact op met uw zorgverzekeraar.
Medische vragen
Waarom wordt er weer een CT-scan gemaakt?
Om u elke dag zo goed en nauwkeurig mogelijk te kunnen bestralen, maken wij een scan in de bestralingshouding. Hierop wordt het bestralingsplan berekend. Het is belangrijk dat u elke dag precies hetzelfde ligt. Geef daarom bij de CT-scan goed aan als u ongemakkelijk ligt, anders moeten wij u elke keer in dezelfde ongemakkelijke houding bestralen.
Krijg ik de uitslag van de CT-scan?
Nee. De scan is bedoeld om het bestralingsplan te kunnen maken.
Welke bijwerkingen kan ik verwachten van de bestraling?
Welke bijwerkingen u krijgt, hangt af van het gebied waarop u bestraald wordt en welke dosis u krijgt. De radiotherapeut-oncoloog bespreekt met u de te verwachten bijwerkingen.
Hoe lang werkt de bestraling door?
De acute bijwerkingen kunnen tot veertien dagen na de laatste bestraling aanhouden. Hierna nemen de bijwerkingen langzaam af. Late bijwerkingen kunnen binnen enkele maanden tot jaren na de bestraling tot uiting komen. Uw radiotherapeut-oncoloog zal u hierover inlichten bij het intakegesprek.
Word ik kaal door de bestraling?
Op de plek waar u bestraald wordt, kan uw haar uitvallen. De radiotherapeut-oncoloog bespreekt dit met u.
Ik heb meer pijn na de bestraling, hoe kan dat?
Op de bestraalde plek kan vocht ontstaan. Deze zwelling kan pijn veroorzaken. In overleg met de arts kan eventueel pijnmedicatie worden gegeven of gewijzigd. Na de bestralingsperiode zal de zwelling en daarmee de pijn geleidelijk afnemen.
Ik heb veel last van de bijwerkingen, kan ik eerder stoppen met de bestraling?
U mag altijd stoppen met de behandeling. Dit is vaak niet verstandig, omdat dan niet het volledige effect van de behandeling kan worden bereikt. Overleg altijd met uw radiotherapeut-oncoloog wat het beste is in uw situatie.
Krijg ik meteen na de laatste bestraling de uitslag?
Nee. De bestraling werkt nog een tijd door in het lichaam, waardoor het uiteindelijke effect pas na enkele weken te bepalen is.
Ik voel mij vandaag niet zo lekker, mag ik een dag overslaan?
Voor het beste resultaat is het belangrijk dat u bestraald wordt op de geplande dagen. Voelt u zich echt te ziek om te komen, neem dan contact op met de afdeling.
Technische vragen
Welke soort straling wordt er gebruikt voor mijn bestraling?
Voor de bestralingen wordt gebruik gemaakt van fotonen- en elektronenstraling. Fotonenstraling is ook wel bekend als röntgenstraling. Deze straling kan diep in het lichaam doordringen en wordt het vaakst gebruikt voor uitwendige bestraling. Elektronenstraling komt maar enkele centimeters diep in het lichaam en wordt daarom gebruikt voor huidtumoren of tumoren die direct onder de huid liggen.
Ik heb gelezen dat protonenbestraling beter is. Wat is protonenbestraling en kan ik ook met protonen bestraald worden?
Protonenbestraling heeft andere eigenschappen dan fotonenbestraling. In geselecteerde gevallen kan bestraling met protonen overwogen worden om de gezonde weefsels beter te sparen. Hiervoor zijn landelijk strenge richtlijnen opgesteld. Als u mogelijk voordeel hebt van een protonenbestraling, bespreekt de arts dit met u. Meer informatie leest u op kanker.nl.
Hoe werkt een bestralingstoestel?
In de lineaire versneller (het bestralingstoestel) bevindt zich een vacuüm buis, waarin elektronen met hoge snelheid tegen een metalen plaatje (het trefplaatje) worden geschoten. Hierbij ontstaat fotonenstraling. Wanneer de bestraling middels elektronenstraling moet plaatsvinden, wordt het trefplaatje weggeschoven. In de kop van het toestel bevindt zich de Multi Leaf Collimator (MLC). Dit zijn lamellen, die naast elkaar liggen en onafhankelijk van elkaar gepositioneerd kunnen worden. De bestralingsbundel kan hiermee elke gewenste vorm en elk gewenst formaat aannemen. Tijdens de bestraling kunnen deze lamellen ook bewegen om u zo nauwkeurig mogelijk te bestralen.
Zijn er verschillen tussen de bestralingstoestellen?
Op de afdeling Radiotherapie zijn vier bestralingstoestellen: Novac, Clinac, Soliac en Variac. De Novac en de Clinac zijn hetzelfde type toestel. Patiënten die op de Novac en Clinac bestraald worden, kunnen onderling uitgewisseld worden. De Variac en de Soliac zijn een ander type toestel, dat naast reguliere uitwendige bestraling ook adaptieve bestraling mogelijk maakt. Patiënten die op de Variac en Soliac worden bestraald, kunnen ook onderling uitgewisseld worden. Op welk toestel u wordt ingepland is vooral afhankelijk van het type tumor en de precieze locatie hiervan. Daarnaast kunnen enkele logistieke factoren meespelen.
Ik ben vandaag op een ander toestel dan normaal bestraald. De bestraling leek hier langer/korter te duren dan anders en het toestel maakte een ander geluid. Ben ik wel goed bestraald?
Het beoordelen van de foto’s of scan die voorafgaand aan de bestraling wordt gemaakt is mensenwerk, waardoor dit kan verschillen in tijdsduur. De bestralingsdosis is elke dag hetzelfde. De tijd kan per dag wel een paar seconden verschillen. Dit heeft onder andere te maken met de afregeling van het toestel, de temperatuur en de luchtdruk. De afgegeven dosis wordt in de versneller gecontroleerd. Bij volledige afgifte van de dosis slaat het toestel automatisch af. Er is dan geen straling meer aanwezig in de ruimte.
Waarom word ik van verschillende kanten bestraald?
Dit gebeurt om de dosis zo gelijkmatig mogelijk te verdelen over het te bestralen gebied. Daarnaast kan op die manier het omliggende weefsel zo goed mogelijk gespaard worden.