Tremor
De term tremor wordt gebruikt voor ongewild, ritmisch schudden van één of meer lichaamsdelen (beven, meestal van de handen). Een tremor kan zich op verschillende momenten uiten: sommige tremoren treden vooral op in rust, terwijl andere juist optreden als de handen gebruikt worden (bijv. bij schrijven, het vasthouden van kop-en-schotel, of het vasthouden van een soeplepel). Behalve tremor van de handen komen ook tremoren voor van de benen, het hoofd, de kin of de stem.
Tremor kan vele oorzaken hebben:
- Fysiologische tremor. Dit is een normale tremor die iedereen heeft. Meestal is de tremor zo gering, dat hij met het blote oog niet is waar te nemen. Onder sommige omstandigheden wordt het beven wel zichtbaar. Dit kan bijvoorbeeld komen door stress (bijv. tijdens een sollicitatiegesprek) of vermoeidheid, maar kan ook het gevolg zijn van een te snel werkende schildklier of van bepaald medicijngebruik.
- Essentiële tremor. Deze vorm van beven treedt bij ongeveer 5% van de mensen in de loop van het leven op, vooral in de armen en/of het hoofd. Meestal wordt het beven erger op oudere leeftijd (“ouderdomsbeven”). Het beven treedt vooral op als de handen gebruikt worden, en kan daarom erg hinderlijk zijn bij vele dagelijkse bezigheden. Behalve het beven treden geen andere symptomen op. Ongeveer de helft van de mensen met deze vorm van beven heeft 1 of meerdere familieleden die ook last hebben van beven; we spreken dan van een familiaire essentiële tremor.
- Tremor bij de ziekte van Parkinson. Ongeveer de helft van de mensen met de ziekte van Parkinson heeft last van beven. Bij sommige Parkinson patiënten is beven aanvankelijk zelfs het enige symptoom. Dit beven treedt vooral op als de handen niet gebruikt worden, maar bijvoorbeeld rustig in de schoot liggen (rusttremor). Veel mensen met zo’n rusttremor proberen het beven te verbloemen door hun hand in de broekzak te steken, de armen te kruisen of op hun handen te gaan zitten.
- Tremor bij andere ziekten, bijv. bij aandoeningen van de kleine hersenen, parkinsonisme, dystonie of multipele sclerose.
De behandeling is afhankelijk van de oorzaak van de tremor. Indien mogelijk wordt eerst de oorzaak zelf behandeld (bijvoorbeeld behandeling van een te snel werkende schildklier of staken van medicijnen die tremor veroorzaken). Indien dit niet mogelijk is, kunnen verschillende soorten medicijnen geprobeerd worden. Het meest gebruikt zijn bètablokkers (propranolol) en mysoline. Als de tremor het gevolg is van de ziekte van Parkinson, zullen specifieke Parkinson-medicijnen geprobeerd worden.
Soms verbetert tremor onvoldoende met medicijnen. In die gevallen kan een hersenoperatie uitgevoerd worden (diepe breinstimulatie of DBS), vaak met spectaculair resultaat.