Onderzoek naar de veranderingen van stentprotheses voor de behandeling van een verwijde grote lichaamsslagader en hoe deze zich gedragen na de operatie leidt tot nieuwe adviezen aan de vaatchirurgen. De nieuwe adviezen zorgen voor een verbeterde plaatsing van deze stents en de controles van de patiënten na de operatie. Daarnaast helpen de uitkomsten van deze onderzoeken de fabrikanten bij het verder verbeteren van de stentprotheses doordat de fabrikanten de beweging en veranderingen van de stents nu beter begrijpen. Jaimy Simmering, wetenschappelijk onderzoeker bij de afdeling Chirurgie in MST en aan de Universiteit Twente, promoveert op dit onderzoek.
Verzwakking vaatwand
Een verwijding van de grote lichaamsslagader – ook wel een aneurysma van de aorta genoemd – is een vorm van hart en vaatziekten die ontstaat door verzwakking van de vaatwand. Wanneer je een aorta aneurysma niet behandelt, kan deze scheuren. Wat volgt is een levensbedreigende inwendige bloeding. Daarom worden de meeste aneurysma’s vanaf een bepaalde grootte behandeld.
Minimale kans op scheuren
Dit gebeurt vaak via een prik in de liesslagader. Via deze slagaders plaatst een chirurg een stentprothese in de aorta, op de plek van het aneurysma. Jaimy Simmering: “Dit kun je je voorstellen als het plaatsen van een nieuwe binnenband: het bloed gaat nu door deze stent. Daardoor gaat de druk van de verzwakte vaatwand en minimaliseert de kans op scheuren.”
30 miljoen hartslagen
Hoewel de resultaten van deze ‘binnenbandoperaties’ de eerste jaren succesvol zijn, is in sommige gevallen toch nog een operatie nodig. Het hart klopt ongeveer 30 miljoen keer per jaar en elke hartslag stelt de stent op proef. Als de slagader uitzet, kan bijvoorbeeld de stent bij de aansluitingen gaan lekken. Ook kan door veranderingen in de bloedstroom een deel van de stent dicht gaan zitten. Jaimy Simmering: “We weten niet altijd waarom dit gebeurt. Om hier meer inzicht in te krijgen, hebben we met de onderzoeken in dit proefschrift gekeken naar eventuele veranderingen aan de vorm van stent in de maanden en jaren na de operatie. Dit is gedaan met CT scans die gekoppeld zijn aan de hartslag, zodat we ook de veranderingen in bewegingen van de stent tijdens de hartslag konden meten op verschillende momenten na de operatie.” Jaimy Simmering verdedigt op vrijdag 14 april de stelling dat ‘haar onderzoekstechniek de standaard moet worden voordat we stentprotheses bij de mens toepassen’.