Collega verpleegkundige Wilma Koops schrijft elke 14 dagen een blog.
Je zult maar 62 jaar oud zijn en vanuit China op vakantie zijn bij je dochter en schoonzoon, die in Nederland wonen vanwege hun studie. Dat is het geval bij een vrouwelijke patiënt. Ze is nog nooit in Europa geweest maar Nederland bevalt haar eigenlijk wel. Een mooi land met ‘beautiful people’ én met een bijzonder vervoersmiddel: de fiets. Mevrouw Yao wou vandaag naar de zaterdagmarkt fietsen en was ook echt al wel een stukje op weg, toen ze de fiets niet meer onder controle had en viel. Een gebroken heup is het gevolg, waardoor ze in het ziekenhuis opgenomen werd.
Ik haal mevrouw op van de Spoedeisende Hulp in het bijzijn van haar schoonzoon. Gelukkig is het Engels van de schoonzoon beter dan mijn Chinees en mijn Engels beter dan zijn Nederlands, dus enige vorm van communiceren is mogelijk. Wel is het veelal met handen en voeten. Ook Google Translate probeert behulpzaam te zijn, maar de Chinese tekens geven Nederlandse vierkantjes en Engelse vreemde woorden in de vertaling.
Met nog 20 minuten te gaan voordat mevrouw op de OK moet zijn, begin ik toch iets te stressen. Het vraagt veel tijd, maar gelukkig kom ik erachter dat ze allergisch is voor metronidazol (een bepaald soort antibiotica), dat ze 7 uur geleden voor het laatst gegeten heeft en dat de pijn meevalt. Lief lachend zegt ze ‘bùshi’ op de vraag of ze ‘something for the pain’ wil. Haar gezichtsuitdrukking zegt overduidelijk nee en ook de schoonzoon antwoord met een kort ‘no’.
Uit haar voorgeschiedenis komt niet veel bijzonders en zo lijkt het erop dat ik alle nuttige informatie verzameld heb die nodig is om mevrouw zonder ‘stopmoment’ te laten opereren. Ik help mevrouw met het aantrekken van een ‘beautiful blue’ OK-jasje, zet een pijl op het linkerbeen (richting haar gebroken heup) en check of mevrouw geen kunstgebit heeft (‘does she has teeth that can go out?’).
Ondertussen wordt mijn Engels er niet beter op. Met ietwat zweet op mijn rug kan ik zeggen dat ik het gered heb om haar op tijd klaar te hebben voor de operatie! Ik breng haar naar de verkoever waar een assistent van de anesthesist een praatje wil maken met mevrouw en haar schoonzoon. Wanneer het stil blijft bij de schoonzoon op de vraag ‘wat is er gebeurd vandaag’, vertel ik hem dat ze vooral Chinees praten en een beetje Engels. ‘Oh’, en zijn gezicht betrekt. ‘Ik spreek goed Duits en redelijk Nederlands’, hoor ik hem vertellen met een Duits accent. Zucht, dacht ik. Even functioneer ik als Google Translate en, wanneer de assistent-anesthesioloog aangeeft dat alles duidelijk is, wens ik mevrouw ‘good luck’. Opgelucht dat ik me aardig heb weten te redden met deze situatie, ga ik weer terug naar de AOA.
Ik bedenk me ineens dat ik niet toegekomen ben aan het bespreken van het vervolgtraject. Afhankelijk van hoe oud en hoe mobiel mensen zijn, kunnen ze vrij snel weer naar huis na deze operatie, al dan niet met thuiszorg. De wat oudere en minder mobiele medemens met een gebroken heup kan 6 weken naar een verpleeghuis ter revalidatie. Ik schat in dat mevrouw bij de mobiele jongere patiëntencategorie hoort, al wordt het vliegtuig halen voor de terugreis die twee dagen na vandaag gepland staat wat lastig. Hopende voor haar dat iemand morgen iets minder Chinees Engels spreekt dan ik, drink ik eerst een bak koffie om op adem te komen.