In ons ziekenhuis slapen elke dag honderden zieke mensen. Vaak plotseling uit hun dagelijks leven geplukt, liggen ze ineens in een bed in MST. Hun verhalen verdienen het om verteld te worden.
Wij zijn op zoek naar het verhaal achter de patiënt. Wie bent u? Waarom bent u hier? Wat gaat er allemaal door u heen nu u ziek bent geworden? En waar maakt u zich zorgen over? We spraken een meneer op de verpleegunit van de afdeling neurologie. We willen het verhaal met respect voor en goedkeuring van de patiënt delen.
“Sinds een aantal dagen ben ik in MST, omdat ik al een tijdje last van een bloedneus heb. Iets kleins, zou je zeggen, maar bij mij is dat niet het geval. Er zit een tumor in mijn neus. Door mijn rechter neusgat adem ik nog maar door de helft.”
Bloedneus
“Vorige week begon het bloeden. Daarna weer op de verjaardag van mijn zoon, en die nacht, en de twee dagen erna. Bij de huisartsenpost voelde ik me niet goed geholpen. Gelukkig werd er daarna door de KNO-arts van MST aan de telefoon gezegd dat ik direct kon komen. Dat gaf een goed gevoel.”
Vertrouwen
“Ik vertrouw mijn arts volledig. Hij is erg deskundig. Samen met de neuroloog hebben we besloten nu niets te doen en we hopen dat het bloeden vanzelf stopt. Als ik nu geopereerd zou worden, dan is er een kans dat er iets kapot wordt gemaakt dat zich niet meer herstelt waardoor er hersenvocht via mijn neus naar buiten kan komen. Dan zou ik continu een lekkende neus hebben.”
Niet voor de lol
“Onlangs plaatste de arts een tampon in mijn neus om het bloeden te verhelpen. Geen fijn gevoel, maar ik wist dat het moest gebeuren. Je komt hier natuurlijk ook niet voor de lol.”
Geschrokken
“Toen mij gevraagd werd of ik gereanimeerd zou willen worden, schrok ik. Waarom vragen ze dit? Later bleek dat het een standaardvraag is. Het zou fijner geweest zijn als dit gezegd wordt voordat de vraag gesteld wordt. Of dat een verpleegkundige in plaats van de arts het vraagt, dat komt op mij minder heftig over.”
Lieve verpleegkundige
“Afgelopen nacht voelde ik bloed toen ik weer in bed ging liggen. Toen ik het aangaf, was de verpleegkundige heel lief voor me en belde mijn arts.”
Impact van de ziekte
“Door de tumor ben ik mijn reuk kwijt geraakt en ook gedeeltelijk mijn smaak. Dat is moeilijk. Ik kan nooit meer tegen mijn vrouw zeggen: “Wat heb je lekker gekookt”. En de ziekte heeft niet alleen impact op mij, maar ook op mijn omgeving.”
Positief
“Toch zie ik het best positief in. Ik heb aardig geslapen de afgelopen twee nachten. En ik heb er vertrouwen in dat ik morgen naar huis mag.”