“Ik hield het niet meer vol. Binnen een halfuur lag ik op de IC”
Hans uit Helmond is 45 jaar jong, heeft geen medische voorgeschiedenis, is fit en heeft geen overgewicht. Dagenlang loopt hij rond met koorts, maar omdat hij verder geen symptomen van corona heeft kan hij thuis blijven. Uiteindelijk krijgt hij longontsteking en wordt hij kortademig, zijn vriendin belt 112 en Hans wordt opgehaald. In het ziekenhuis in Helmond wordt Corona vastgesteld. Een paar dagen later wordt hij met loeiende sirenes van Helmond naar Enschede vervoerd en met politie-escorte de ingang van MST binnengereden.
Hans: “Het was een dollemansrit. Ik ben bijna twee meter lang en lag opgekropt in de ambulance. Onderweg ging het steeds slechter met me. Eenmaal op de verpleegafdeling dacht ik: ‘Waar ben ik nou eigenlijk?’. Ik dacht na waar ik Enschede van kende, want ik kom bijna nooit aan die kant van het land. De voetbalclub en de vuurwerkramp waren bekende dingen waar ik aan refereerde om te beseffen waar ik was.” Het gaat steeds slechter met Hans en hij zit aan het maximale zuurstof. “Op dat moment kwam er een arts van de IC aan mijn bed, hij vertelde mij: ‘Als het slechter gaat, weet dat ik je dan kan helpen’. Dat vond ik erg geruststellend. Een aantal uren later ging het helemaal verkeerd. Ik heb toen zelf aan de bel getrokken. Ik hield het niet meer vol. Binnen een halfuur lag ik op de IC.”
“Je gaat het redden”
Omdat alles zo snel ging had Hans geen tijd voor een afscheidsmoment met zijn familie. “Achteraf ben ik daar wel blij mee. Het moet heel traumatisch zijn. Hans vertelt: “Ik heb twee jonge dochters van acht en vijf jaar oud. In het begin wilde ik ook niet dat zij mij zagen. Ik vond mezelf er eng uitzien en had hele angstige ogen, ik wilde eerst dat ik er zelf aan gewend was. Acht dagen wordt Hans beademd en in slaap gehouden en hij moet vervolgens nog vier dagen op de IC blijven. Hans: “De vier dagen dat ik bij bewustzijn was, waren de zwaarste dagen. Ik was super angstig, kon niet praten, lag niet comfortabel, kon niet slapen en zag lichtflitsen als ik mijn ogen sloot. Ik durfde daarom mijn ogen niet dicht te doen en heb elke nacht met open ogen naar de klok zitten kijken.”
Houvast
“Ik was heel bang en heb er veel stress van gehad. Wie me de nachten heeft doorgeholpen is IC-verpleegkundige Frank. Hij was echt mijn houvast en gaf me het vertrouwen dat alles goed zou komen. Hij had die vier dagen toevallig elke keer nachtdienst en kwam me telkens helpen en zei dan: ‘Gast, je gaat het redden’. Het is niet normaal wat iemand voor je kan doen, ik was telkens blij als ik hem zag. Heel bijzonder.”
“Dan voel je je weer mens”
“Na de IC ging ik weer naar de verpleegafdeling. Ik at toen wel acht waterijsjes per dag. De verpleegkundigen kwamen vaak bij me zitten, maakten een praatje met me of speelden zelfs een spelletje. Langzaam aan kon ik weer naar de wc, onder de douche en kon ik vloeibaar voedsel eten. Toen begon ik me steeds meer mens te voelen. Ik was erg emotioneel en heb veel gehuild, samen met de verpleegkundigen. Op een gegeven moment kreeg ik het goede nieuws dat ik twee dagen later naar huis mocht. Ik had geen ondergoed en shirts meer omdat ik halsoverkop van Tilburg naar Enschede was gegaan. Een zuster heeft toen van haar vriend twee shirts en boxershorts meegenomen. Alle verpleegkundigen en artsen hebben echt hun beste beentje voorgezet. Ze namen écht tijd voor me.”
Goed voor de verwerking
Inmiddels heeft Hans al zijn herinneringen weer terug. Mede dankzij zijn vriendin Maddy die alle dagen een dagboek heeft bijgehouden. “De mensen van de IC hielden haar zo’n twee keer per dag op de hoogte. Dat heeft ze met haar eigen ervaringen thuis gebundeld. Het is heftig om terug te lezen hoe het toen met me ging, maar ook ontzettend goed voor mijn verwerking en die van ons samen, daardoor is voor mij het cirkeltje rond. Ik heb mentaal geen last meer van de hele ervaring. Eenmaal thuis was het huis versierd en kon ik eindelijk mijn kinderen weer zien. Dat was een emotioneel moment. Vanaf dat moment gaat het echt met stappen vooruit, het gaat de goede kant op met me. Ik geniet enorm van de tijd dat ik weer thuis ben en van de kleine dingen in het leven.”