MST verpleegkundige Wilma Koops schrijft tweewekelijks een blog. Dit is de 20e editie.
Onlangs werd er een man opgenomen die geen idee had waarom hij eigenlijk in het ziekenhuis moest blijven. Volgens hem zelf was er niets mis met hem. Deze ‘adequate’ man maakte zich zelfs erg boos nadat zijn vrouw had uitgelegd dat het beter was voor hem om een nachtje ter observatie te blijven. Ook ik als verpleegkundige kon praten als Brugman, maar de boodschap kwam niet over.
Meneer had eerder op de avond ineens een moment dat hij niet meer wist waar hij was en ook had hij geen idee wie de mensen om hem heen waren. Hij vroeg steeds dezelfde twee vragen aan zijn vrouw: “Waar ben ik eigenlijk en wie zijn die mensen die daar in de kamer zitten?” Eerst had zijn vrouw een beetje lacherig gereageerd, maar al snel bleek dat deze vragen heel serieus bedoeld waren; hij wist de antwoorden echt niet. Zijn vrouw vertelde netjes dat ze op de verjaardag van vrienden zaten, maar toen haar man zichzelf bleef herhalen, belde ze toch de huisartsenpost.
De huisarts liet hem met zijn inprentingsstoornis naar het ziekenhuis komen voor nader onderzoek. “Er is niks met mij aan de hand, ik zou niet weten waarom ik naar het ziekenhuis moet gaan”. Uiteindelijk kreeg zijn vrouw hem wel zover. Uit de CT-scan bleek dat een afwijking als een beroerte of ander hersenletsel gelukkig niet aan de orde was. Wel kreeg hij de diagnose ‘Transient Global Amnesia’: voorbijgaand geheugenverlies. Zijn echtgenote maakte zich zorgen om hem vanwege het rare gedrag. Hoe kan het brein ineens even van de radar zijn? Ze was opgelucht dat haar man een nachtje ter observatie opgenomen zou worden op de Acute Opname Afdeling.
Heel soms zien we deze patiëntencategorie. Stress kan een uitlokkende factor zijn, maar lang niet altijd is de oorzaak te achterhalen. Twee maanden terug hadden we een patiënte waarbij het kortetermijngeheugen midden in de nacht ineens weer functioneerde, alsof het met een knopje weer aan te zetten was. Ze kon me precies vertellen dat ze een stukje van de film miste, zo ongeveer van 22.00 uur tot 2.30 uur. Daarna wist ze zich te herinneren dat ik al een paar keer bij haar op de kamer was geweest om een praatje te maken. Ze bleef piekeren wat er in de tussenliggende uren gebeurd was en waarom ze het zich toch niet kon herinneren. Vaak komt dit stukje van de film ook niet meer terug.
De man liet het overigens niet gebeuren dat hij opgenomen werd. Hij bleef van mening dat er niets met hem aan de hand was; dat stukje informatie bleef niet hangen in zijn verstoorde geheugen. Ook al vonden we dat hij beter kon blijven, ze gingen uiteindelijk toch samen naar huis. Slapen doet wonderen, hopende dat de vergeetachtigheid snel vergeten wordt. Neurologie blijkt soms ongrijpbaar te zijn.
Mogelijke herkenning van mensen en situaties berust louter op toeval.