Collega verpleegkundige Wilma Koops schrijft elke 14 dagen een blog.
Voorkeur voor een patiëntencategorie heb ik niet, maar de gesprekken met 90-plussers zijn altijd prachtig. Zo ook met de 94-jarige mevrouw Oosten. “Och zuster, ik ben zo zenuwachtig!” Mevrouw heeft thuis in haar aanleunwoning haar been gestoten met als gevolg een behoorlijke bloeduitstorting. Deze is flink gaan ontsteken waardoor ze opgenomen moest worden. “Tot zeven jaar geleden was ik nog nooit in het ziekenhuis geweest. Daarna een aantal keren voor twee nieuwe heupen, maar als je nooit wat hebt, is elke ziekenhuisopname erg spannend.” Ik neem even de tijd voor haar.
Mevrouw komt aan de praat over haar levensloop. “Ik woon al 21 jaar in een verzorgingshuis. Toen het net gebouwd werd, was ik één van de eerste bewoners. Inmiddels wonen er nog maar twee vanaf het begin, de rest leeft niet meer. Het is helemaal niet prettig om iedereen te overleven.”
Ze herpakt zich en vertelt enthousiast verder: “De eerste jaren was het een feest om er te wonen. Ik genoot van de gezelligheid van gezamenlijk eten en samen aan de koffie zitten. Tegenwoordig blijven steeds meer mensen daarvan weg, omdat ze achter de computer kruipen of met hun telefoon bezig zijn. Helaas ben ik te oud om me daarin te kunnen verdiepen, maar de 70’ers van nu kunnen dat wel. Vooral de mannen die er zijn, en dat zijn er helaas maar een paar, maken zich altijd snel uit de voeten om achter het digitale scherm verder te gaan. Je mist daardoor een behoorlijk stuk sociaal gebeuren onder elkaar en dat vind ik erg jammer.” Ik geniet ervan hoe ze heel levendig haar verhaal vertelt.
Voor de antibiotica die ik haar via het infuus ga geven, vraag ik haar geboortedatum. Haar antwoord maakt duidelijk dat ze in 1925 geboren is. “Ik weet ook de maanden achterstevoren op te noemen, ik heb alvast even geoefend,” zegt ze lachend. Deze vraag wordt aan patiënten ouder dan 70 jaar gesteld om bij opname een inschatting te kunnen maken of iemand adequaat is en of er een mogelijkheid bestaat dat de patiënt tijdens de opname wel eens in de war zou kunnen raken. Zelf vind ik de vraagstelling bijzonder omdat het antwoord voor mij al een hele opgave is, maar deze mevrouw is met vlag en wimpel geslaagd voor de test; ze is kristalhelder.
Nog even de wond spoelen en dan is de ochtendzorg voor mevrouw klaar. Ook dat vindt ze erg spannend, maar het valt haar gelukkig mee: “Kun jij het vanavond niet weer doen, want wat jij net deed, deed geen pijn.”
Klaar om met mijn collega’s aan de koffie te gaan, vervolgt mevrouw haar verhaal: “Ja, je moet weten dat ik graag een praatje maak.” Er komt een brede glimlach om mijn mond. Ach, dat bakkie kan wel vijf minuutjes wachten. “Ik heb nog wel één goede vriendin. Al zeven jaar drinken we regelmatig samen koffie. Ze is behoorlijk dementerend, maar gezellig is het nog altijd. Ze vergeet veel en ze is zo helder als koffiedik, maar mij kent ze nog wel. Die koffiemomentjes zijn voor mij echt de lichtpuntjes in het leven.” Na een mooi gesprek ga ik zelf ook even genieten van een koffiemomentje. Ik vertel mevrouw maar niet dat ook ik mijn telefoon even ga opzoeken, checken of ik digitaal al gemist word 😉