Waar ben ik nu toch beland? In een bizarre wereld. Afdeling C4, de trauma-afdeling van MST in Enschede. Hier wordt met man en macht gepoogd mensen, die onbedoeld in een soms wel erg diepe put zijn geraakt, daaruit te halen.

Geen verdere voetoperaties nodig

In oktober ben ik geopereerd aan mijn rechtervoet. Door een mijns inziens zeer technische operatie door dokter Zeegers zijn de tenen van mijn voet rechtgezet. In het lange voortraject wist zij samen met de vakkundige mensen van de gipskamer, gebruikmakende van mijn Ehlers-Danlos syndroom (elk nadeel heb zijn voordeel), mijn voeten zo te modelleren dat twee voetoperaties voorlopig niet meer nodig zijn.

Uitersten

Na de operatie kwam ik op de trauma-afdeling terecht, nog niet wetende dat dat voor vijf weken zou zijn. lk wist niet wat mij overkwam. Een wereld van uitersten. Iemand met een ontstoken hand door een splinter in zijn vinger, de ander wiens arm geamputeerd was na een botsing met een trein, waarbij hij ook nog diverse botbreuken had opgelopen. Hoe kun je hier in godsnaam werken? Dit kan toch niet ‘gewoon’ maar werk zijn? Als je dit mee naar huis neemt, ga je er volgens mij zelf aan onderdoor.

Lichtpuntje

Ik zie jonge verpleegkundigen die het afgelopen jaar hun studie hebben afgerond hier zelfverzekerd hun werk doen en mensen met jarenlange ervaring die voor bijna alle problemen een oplossing weten te verzinnen. Is dit passie? Is dit gedrevenheid? Of is dit misschien wel een genetische afwijking? Ik zou het niet weten. Een enorme werkdruk, maar altijd proberen de patiënten een lichtpuntje te laten zien. Dat is toch bijna onmogelijk? Wat ga je zeggen tegen iemand wiens arm geamputeerd is op jonge leeftijd? ‘Komt wel weer goed?’

Eerste werkdag

Op een middag wordt een oudere vrouw na haar operatie teruggebracht naar haar kamer. Een jonge medewerkster, die op die dag begon in MST, werd gevraagd of ze even bij de betreffende mevrouw wilde gaan zitten. Terwijl mevrouw een beschuitje zat te eten, werd ze onwel. Het meisje schrok enorm en riep de andere verpleging erbij. Nadat zij de mevrouw meermaals hadden geprobeerd wakker te schreeuwen, kwam ze nog niet bij. Gelukkig wist het reanimatieteam haar terug te halen. Met welk verhaal gaat deze medewerkster ‘s avonds naar huis na haar eerste werkdag, heb ik me toen wel afgevraagd. Je moet er maar tegen kunnen..

Ik heb een prachtig team ontmoet

Louis van Gaal

Ondanks het soms immense verdriet is er ook veel humor. Misschien ligt dit wel heel dicht bij elkaar. Humor zag ik niet alleen op de afdeling, maar ook in de huiskamer, waar vrijwilligers de patiënten onder het genot van een kopje koffie de pijn even laten vergeten. Zo zat ik daar een keer op een dinsdagmorgen naast een lieve oma van 91 jaar, die mij vroeg of ik Louis van Gaal kende. Ik vroeg haar of zij de voetbaltrainer bedoelde en dat beaamde ze. ‘Mijn zoon heeft altijd met hem gewerkt. Het is een heel aardige man. Als hij hier binnen zou komen praat hij zo met iedereen, dat maakt hem echt niets uit. Hij is ook wel eens bij mij geweest om koffie te drinken, heel gezellig’, aldus deze mevrouw. Ik vroeg: ‘Louis van Gaal, waar woont die eigenlijk?’. Ze zei vol overtuiging: ‘Weet jij de Haaksbergerstraat? Aan het einde links, daar woont hij.’ Oma was een beetje in de war, maar zorgde er wel voor dat de ochtend weer geslaagd was.

Prachtteam

Wat een prachtig team. Iedereen, niemand uitgezonderd. De nachtzuster mevrouw Cilla leek haar hele doen en laten te hebben aangepast aan haar werk. Haar manier van lopen gaf je het idee alsof er ‘s nachts een kabouter over de gang liep. Ook leek het wel of ze een speciaal knopje op haar stembanden had om deze op fluisterstand te zetten. Dokter Rob was altijd bezig met zijn patiënten. ‘s Ochtends voor 8 uur deed hij al zijn ronde en vaak kwam hij om 7 uur ‘s avonds nog doodleuk mijn kamer binnen. Hoeveel uren maakt deze man wel niet? Geldt in het ziekenhuis dan geen CAO? Harriëtte zorgde dat ik niets tekort kwam tijdens mijn verblijf. Ze hield nauwlettend in de gaten of ik wel genoeg at. Met succes trouwens; ik verliet het ziekenhuis 4 kilo zwaarder. Ook was ze enorm betrokken, bijvoorbeeld toen mijn buurman een spannende operatie onderging. Haar pasgeboren kleinkind heeft het getroffen met zo’n lieve oma.

Samantha en Sylvia

Dat jullie werk veelzijdig kan zijn, liet Samantha zien. Naast haar gewone werk speelde zij ook voor tolk voor mijn Poolse medepatiënt. Met haar vastberadenheid liet ze me denken dat ze al een flink aantal jaren ervaring had in het ziekenhuis. Ik was dan ook erg verrast toen ze vertelde dat ze pas net uit de schoolbanken kwam. En Sylvia kan ook niet onbesproken blijven. De reden van haar bijnaam was niet te missen. Of ze nou aan het begin of aan het eind van de gang bij een patiënt stond, haar volume reikte door de hele gang. En ze heeft me ook iets geleerd over dokters. Toen ik Boer zoekt Vrouw aan het kijken was, kwam ze parmantig met haar handen in de zij naast mijn bed staan en zei: ‘Meneer Grote Beverborg, bent u Boer zoekt Vrouw aan het kijken? Dat is toch allemaal niet waar?’ Toen ik vroeg waarom ze dat dacht, zei ze dat een van de logees een dokter was. ‘En u gelooft toch niet dat een dokter met een boer trouwt? Dat bestaat niet’, aldus Sylvia.

Bedankt van patiënt aan MST

Liefde voor de zorg

Petje af voor de vakkundigheid en betrokkenheid van dokter Zeegers. Ze liet niets aan het toeval over en bezocht me zelfs in haar vrije weekend nog in het ziekenhuis. Volgens mij zou ze net zo goed met een kettingzaag overweg kunnen als met een scalpel. lk zou haar best in mijn gereedschapskist willen hebben. Het is ook mooi om te zien dat de liefde voor geneeskunde in de genen zit, met twee dochters die beiden hun moeder achterna lijken te gaan.

Buiging

Na vijf weken zou ik over iedereen van de afdeling wel een verhaal kunnen vertellen, maar dan zou het een heel boekwerk worden. Daarom laat ik het hierbij. Jullie hebben ervoor gezorgd dat mijn verblijf in MST een onuitwisbare ervaring was en diepe indruk heeft nagelaten. ik maak een diepe buiging voor jullie allemaal. Bedankt!

Lees meer patiëntverhalen

Dit voorjaar scheurde de aorta van Henk Aalbers (68) waardoor hij een grote bloeding kreeg. Het was erop of eronder. “Als ik twee minuten later in het ziekenhuis was geweest, had ik het niet overleefd.”
Inge Nieuwe Weme
Een hartafwijking kan je leven op de kop zetten. Inge Nieuwe Weme (40) weet er alles van. Na de diagnose heeft ze haar toekomstplannen behoorlijk moeten bijstellen, maar ze moet niets weten van zielig in een hoekje zitten. “Ik heb geen pech, maar geluk; ik ben er nog!”
Waar bent u naar op zoek?