Op deze maandag is juf Ank het gesprek van de dag. The day after de uitzending liggen wij, vrouwelijke collega’s onder elkaar, in een deuk om de geweldige uitspraken van de luizenmoeder. We zien toch echt wel overeenkomsten tussen de beroepen docent en verpleegkundige. Vooral de oneliner “Dat vinden wij niet raar, dat vinden wij alleen maar heel bijzonder” is er één waar we ons regelmatig in terug kunnen vinden. Zo ook bij de 62-jarige mevrouw de Vries met een hoofdwond van 20 bij 20 cm (!), waarbij een heel deel van de schedel weggevaagd is. Het begon door het krabben bij jeuk en inmiddels heeft de wond zich dus dermate ontwikkeld dat we kijken op een ondefinieerbaar stukje hersenen. Ook in deze casus vinden we niets raar, alleen maar bijzonder.
Soms, heel soms, komen er patiënten zoals mevrouw de Vries in het ziekenhuis die erg laat aan de bel getrokken hebben. Ze is een zogenoemde zorgmijder. In het algemeen is dat een uitdagende patiëntencategorie voor ons als verpleegkundigen. Wij willen graag behulpzaam zijn, maar voor deze groep patiënten is die hulp nog wel eens lastig te accepteren.
Uitgerekend vandaag was het míjn taak om te zorgen voor deze mevrouw met de bijzondere hoofdwond. Nu moet u weten dat het team van de Acute Opname Afdeling bestaat uit een samenvoeging van verpleegkundigen. Toen de afdeling opgezet werd, begonnen verpleegkundigen van verschillende afdelingen tegelijkertijd samen als team. We hadden elkaar nodig om onze kennis van verschillende disciplines aan te scherpen. Ondertussen is dat heel goed gelukt. Wel merk ik dat mijn voorkeur – met 10 jaar werkervaring op de interne afdeling – nog steeds uitgaat naar patiënten met bijvoorbeeld een behoorlijke infectie, diabetes of nierproblemen. Wondzorg is iets dat je als verpleegkundige erg leuk vindt of juist helemaal niet. Ik reken mezelf, als echte interne verpleegkundige, dan ook tot de laatste groep helaas. De grootte, diepte, geur en kleur van de wond zorgen ervoor dat ik deze wond plaats in een buitengewone categorie: uitzonderlijk zeldzaam! Ik vind het overigens niet raar, alleen maar bijzonder opmerkelijk dat het al een jaar goed gaat met deze mevrouw, zonder infecties, zonder pijn. Hopelijk komt er een goed plan om de wond van deze mevrouw te gaan dichten. Ik maak kennis met haar en begroet haar zoals Juf Ank dat zou doen: “Hallo mevrouw, wat fijn dat u hier bent!”
De gebruikte naam is om privacyredenen gefingeerd.