Virusachtige coronadeeltjes zijn goed meetbaar met nanotechnologie. Dat blijkt uit onderzoek van Universiteit Twente (UT) en Medisch Spectrum Twente (MST).
Het vaststellen van een beginnende corona-infectie gaat met de huidige methodes niet goed genoeg. Het is daarom belangrijk om snellere en betrouwbaardere methodes te ontwikkelen voor het diagnosticeren van infectieziekten. In dit onderzoek, uitgevoerd door spin-off van de UT ECsens, worden biosensoren ingezet om oplossingen te ontwikkelen voor corona.
Met behulp van biosensoren kunnen met handzame apparaatjes analyses worden uitgevoerd op patiëntenmateriaal. In dit onderzoek wordt een beetje vloeistof van een neusuitstrijkje in een chip geplaatst. In de chip zitten nano-electrodes die aan de hand van een elektrisch signaal heel specifiek de virusdeeltjes kunnen herkennen. De onderzoekers zijn met hun nanotechnologie als enige in staat om virusdeeltjes snel één voor één te detecteren. Tests kunnen hierdoor met een grote betrouwbaarheid uitgevoerd worden.
Nadat is gebleken dat virusachtige deeltjes goed meetbaar zijn met biosensoren, is de volgende stap om in een klinische omgeving aan te tonen dat het met echte patiëntenmonsters ook werkt. De onderzoekers werken eraan om ervoor te zorgen dat het hele systeem compact is en gemakkelijk in gebruik. Zo zou het ook op locatie ingezet kunnen worden, bijvoorbeeld bij evenementen. Er is dan geen centraal onderzoekslab meer nodig voor het uitvoeren van de testen.
Marjolein Brusse-Keizer, Paul van der Valk en Job van der Palen van de afdeling Longgeneeskunde van MST en Rob Klont van LabMicTA zijn betrokken bij de opzet van het onderzoek en het verzamelen van patiëntenmateriaal.
Foto: Lizet Beek