Eten en drinken voor de ingreep
De ingreep vindt plaats onder kortdurende, volledige narcose. Voor de narcose moet uw kind ‘nuchter’ zijn, wat wil zeggen dat uw kind vanaf een bepaalde tijd niets meer mag eten en drinken (zie hieronder). Dit is belangrijk om misselijkheid, braken en verslikken tijdens of na de operatie zoveel mogelijk te voorkomen. Als uw kind niet nuchter is, kan de operatie niet doorgaan en wordt deze uitgesteld. Wij adviseren u als ouder om zelf goed te ontbijten voordat u naar het ziekenhuis komt, zodat u uw kind goed kunt bijstaan.
Nuchter zijn betekent dat uw kind:
- tot zes uur voor de operatie een lichte maaltijd mag hebben, zoals brood of beschuit met beleg, aangevuld met melkproducten (borstvoeding, aangemaakte melk, koemelk of pap);
- tot twee uur voor de operatie een glas heldere vloeistof mag drinken (aanmaaklimonade, appelsap, thee, bouillon, water);
- vanaf twee uur vóór de operatie niets mag eten of drinken.
Voor zuigelingen (kinderen jonger dan zes maanden) geldt:
- tot zes uur voor de operatie de laatste melk of sondevoeding;
- tot vier uur voor de operatie de laatste borstvoeding;
- tot twee uur voor de operatie heldere vloeistof;
- vanaf twee uur vóór de operatie geen eten of drinken.