Hoe gaat de operatie in zijn werk?
De ingreep vindt plaats onder volledige narcose. De anesthesioloog informeert u op een ander moment over de bijzonderheden en de risico’s van de narcose. Voor de huidsnede in het gebied van de slapen en het voorhoofd kan het nodig zijn het haar (gedeeltelijk) af te scheren. Na de operatie wordt de huidsnede bij de slapen of het voorhoofd verborgen door het haar. Tijdens de operatie ligt u op uw rug (eventueel op uw zij) waarbij het hoofd in een hoofdsteun wordt gefixeerd, om zo exact mogelijk bij de aandoening in de schedel te kunnen komen.
Na desinfectie van de huid wordt de volgende snede gemaakt:
- snede van oor tot oor
- boogvormige snede
- rechte snede
- snede bij de wenkbrauwen
Afhankelijk van de operatieroute worden de spieren bij de slaap opzij geschoven of gedeeltelijk gespleten. Bij het plannen van de toegang maar ook bij het vinden van de aandoening in het hersenen maakt de chirurg gebruik van de neuro navigatie, een toestel die naar aanleiding van een recent gemaakt MRI precies aangeeft waar de chirurg op dit moment bezig is. Afhankelijk van de vraag hoeveel ruimte de chirurg nodig heeft, worden hierna een of meerdere gaatjes in de schedel geboord. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een speciale boor die automatisch stopt zodra hij door het bot heen is. Zo wordt vermeden dat het harde hersenvlies onder het schedeldak beschadigd raakt. Vervolgens wordt een luikje uit het schedelbot gezaagd dat gewoonlijk na afloop van de operatie weer wordt teruggezet en vastgemaakt, zodat het bot weer aan elkaar kan groeien. Daarna wordt het harde hersenvlies geopend, waardoor de chirurg zich toegang verschaft tot de oppervlakkige hersenlagen en de diepere structuren van de schedelbasis waarin zich de slagaders en de oogzenuwen bevinden.
Om bij de operatieroute naar de ziektebron toe het tussenliggende weefsel zo min mogelijk te beschadigen, wordt het hersenweefsel langs de natuurlijke weefselspleten voorzichtig opzij geschoven. Om ruimte te maken voor de operatieve ingreep kan in sommige gevallen een extra drain worden aangelegd voor het afvoeren van hersenvocht (meestal in het lendenwervelkanaal ).
Gezwellen worden, afhankelijk van hun aard, met behulp van de operatiemicroscoop en microchirurgisch instrumentarium, nauwkeurig afstelbare afzuigsystemen, echografie, door lasertherapie of elektrische verschrompeling verwijderd.
Bij alle operatieve ingrepen is het essentieel dat gezonde hersenen, vaat-, en zenuwstructuren zoveel mogelijk gespaard worden. Na de operatie wordt de bloeding zorgvuldig gestelpt en wordt het harde hersenvlies, eventueel met behulp van speciale weefsellijm, gehecht. Soms is het noodzakelijk om een gedeelte van het hersenvlies te vervangen (dat kan met lichaamseigen weefsel, donorweefsel of kunststofweefsel). Het botluikje wordt gehecht, of met behulp van kunststof of titanium plaatjes weer vastgemaakt in het schedeldak. Resterende gaatjes kunnen worden gesloten door er een stukje kunststof in te zetten.
Voordat de wond wordt gesloten kan een dunne slang in de wond worden ingebracht om na de operatie het wondvocht af te voeren. Deze drain blijft gewoonlijk een of twee dagen zitten. De wond wordt gehecht of gesloten met krammen.
Wat is de kans op welslagen van de operatie?
Afhankelijk van de aard, de grootte en de plaats van de ziektebron verdwijnen de meeste klachten door de operatie of nemen daardoor af. Genezing en herstel kunnen echter ook vertraagd verlopen. Ook kan genezing en herstel teniet worden gedaan omdat de tumor later opnieuw aangroeit of omdat er nieuwe problemen door bloedvatmisvorming optreden. In deze situatie kan een extra ingreep uitkomst bieden. Uw behandelende arts zal u in dat geval specifiek informeren over de risico’s van de extra ingreep en de kans op welslagen ervan.