Bijwerkingen
Bestraling werkt alleen in het gebied dat door de straling wordt ‘getroffen’. U wordt op uw slokdarm bestraald, dus daar is dan ook de werking en alleen daar kunnen bijwerkingen ontstaan.
Tijdens en kort na de bestralingsserie:
- Kan het slikken pijnlijk worden, door irritatie van de slokdarm;
- Kunt u last krijgen van een droge hoest;
- Kan er misselijkheid optreden, dit is met name het geval als de tumor laag in de slokdarm bij het middenrif ligt;
- Kunt u last krijgen van vermoeidheid.
Adviezen met betrekking tot de bijwerkingen:
- Slikklachten kunt u het best bespreken met de radiotherapeut-oncoloog. U kunt hiervoor medicijnen krijgen. Ook uw voeding kan aangepast worden, eventueel met hulp van een diëtist(e);
- Hoestklachten kunt u het best bespreken met de radiotherapeut-oncoloog.
De mate waarin en of u last krijgt van deze bijwerkingen verschilt per persoon. De hinder die u hiervan ondervindt, kent een verloop in de tijd. Vier tot zes weken na de bestraling zullen de meeste klachten weer over zijn. Bij een verontrustende toename van de klachten na de bestraling kunt u altijd contact opnemen met uw radiotherapeut-oncoloog.