Lumbaalpunctie

Bij een lumbaalpunctie wordt er door middel van een prik in de onderrug hersenvocht afgenomen uit het onderste deel van het harde hersenvlies dat rond het ruggenmerg en de hersenen zit. Het hersenvocht (ook wel “liquor” genoemd) wat in deze ruimte zit, staat in de verbinding met de ruimte rond de hersenen. Daarom kunnen bepaalde afwijkingen aan bijvoorbeeld de hersenen worden gemeten door het afnemen van hersenvocht in de onderrug.
Er kunnen veel redenen zijn om een lumbaalpunctie uit te voeren. Met het vocht kan onderzoek worden gedaan naar bijvoorbeeld ontsteking, kwaadaardige cellen, aanwijzingen voor een doorgemaakte bloeding in het hoofd of naar bijvoorbeeld een verhoogde hersendruk.
Het onderzoek zelf
Tijdens het onderzoek ligt u op uw zij, of u zit op de rand van het bed. In beide gevallen moet u de rug zo krom mogelijk maken. Met een kromme rug is de prik namelijk een stuk makkelijk uit te voeren. De behandelaar zal eerst de huid ontsmetten. Pas hierna volgt de prik. Als de naald eenmaal op de goede plaats zit, voelt u hier nog maar weinig van. Soms wordt er verdoofd. Nadat er voldoende vocht is afgenomen, haalt de behandelaar de naald er weer uit en plakt een pleister op de prikplaats. Soms wordt er na de prik nog bloed geprikt uit de arm. Dit is nodig om de samenstelling van bloed en hersenvocht te kunnen vergelijken. Het hele onderzoek duurt 15 tot 30 minuten. Vaak moet u na het onderzoek nog enige tijd blijven liggen.

Waar bent u naar op zoek?