Bestraling van de long

Bij bestraling van tumoren in de long kan onderscheid gemaakt worden tussen stereotaxie (3-12 bestralingen, voor kleine tumoren of uitzaaiingen) en langere series, vaak gecombineerd met chemotherapie (20-33 bestralingen). Uw arts legt uit wat in uw geval van toepassing is. In de eerste weken merkt u weinig van de bestraling. In de 2e-3e week kunnen de volgende bijwerkingen optreden:

  • Moeheid
  • Huidreactie
  • Hoesten
  • Pijn of moeite met slikken

Deze bijwerkingen nemen in de loop van de behandeling toe. Ze kunnen na de laatste bestraling nog iets toenemen, daarna nemen de klachten langzaam weer af. De meeste mensen zijn 6 weken na de laatste bestraling van de ergste klachten af.

 

Bestraling kan ook bijwerkingen geven op de lange termijn. Deze bijwerkingen ontstaan heel geleidelijk, in de loop van de maanden tot jaren. Mogelijke bijwerkingen kunnen zijn:

  • Pijn aan de ribben
  • Longontsteking

Als deze bijwerking ontstaat zijn er diverse behandelingsmogelijkheden.

 

Als voorbereiding op de bestraling worden in MST een CT-gemaakt. Die is niet bedoeld om te kijken wat er aan de hand is, maar om de bestraling te plannen. U krijgt hiervan geen uitslag. Deze CT wordt gemaakt in 10 fases van de ademhaling, omdat tumoren in de long vaak veel bewegen met de ademhaling.  Aan de hand van de scans wordt uw bestralingsplan gemaakt.

Waar bent u naar op zoek?