De behandeling
Het laseren vindt in een speciale kamer plaats. Voor een laserbehandeling hoeft u thuis geen speciale voorbereidingen te treffen.
Op de polikliniek wordt de pupil meestal met oogdruppels wijd gemaakt. Daarvoor moet u tenminste een half uur voor de behandeling aanwezig zijn. Het oog wordt verdoofd door een druppel of een injectie met verdovende vloeistof achter het oog.
De laser wordt ingesteld.
Bij de behandeling wordt bijna altijd een glazen lensje op het hoornvlies geplaatst en vastgehouden door de oogarts. Het oogdopje wordt van gel voorzien.
Het oogdopje wordt vervolgens op het te behandelen oog geplaatst. De laserstralen worden door deze lens heen gericht op de afwijking die behandeld moet worden.
Meestal verloopt de behandeling pijnloos, maar afhankelijk van de duur (15 tot 45 minuten) en het soort behandeling. De lichtflitsen die men ziet worden vaak als onaangenaam ervaren. Direct na de behandeling ziet men vaak minder scherp door de lichtflitsen en de oogdruppels die u hebt gehad.
Soms wordt ook het niet behandelde oog gedruppeld om knipperen tegen te gaan. Soms wordt een oogverband met oogzalf aangebracht om het oog rust te geven. In geval van pijn na de behandeling kan men een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol) nemen en het oog sluiten. Wanneer de pijn langer dan 12 uur duurt, wordt u verzocht contact op te nemen met uw oogarts. Als de behandeling klaar is kunt u naar huis.