Intravitreale injectie

Wat is het?
Een intravitreale injectie is een injectie met een zeer geringe hoeveelheid geneesmiddel in het glasachtig lichaam van het oog. Het oog bestaat van buiten naar binnen uit de harde oogrok (sclera), het vaatvlies (de choroidea), het netvlies (de retina) en is gevuld met een waterige geleiachtige substantie (het glasachtig lichaam). Zie ook onderstaande figuur.


Procedure
Het oog wordt gedruppeld met verdovende druppels en daarna gejodeerd. Er wordt een ooglidspreider geplaatst zodat het oog open blijft staan. Het geneesmiddel wordt geïnjecteerd, u kunt dan een soort vliegjes (net als mouches volantes, zie informatie ‘vlekken en flitsen’) waarnemen, dit is het ingespoten geneesmiddel. Vervolgens wordt er antibiotica in het oog gedaan. Eventueel begint u de volgende dag zelf te druppelen met antibioticadruppels. U wordt gecontroleerd volgens afspraak door uw oogarts.

Ziekten waarbij intravitreale injecties worden toegepast
Intravitreale injecties worden o.a. toegepast bij bepaalde vormen van diabetische retinopathie (macula-oedeem), leeftijdsgebonden maculadegeneratie en sommige vaatafsluitingen. Er kunnen soms ontstekingsremmers (corticosteroiden) maar meestal vaatgroeiremmers (“anti-VEGF”-middelen zoals Avastin, Lucentis of soms Eylea ) worden ingespoten afhankelijk van de aandoening.

Complicaties

  • Oogdrukverhoging; bijwerking bij corticosteroiden. Bij vaatgroeiremmers komt deze complicatie nauwelijks voor.
  • Infectie: zeldzaam; indien het oog erg rood wordt en lichtschuw moet u uw arts waarschuwen.
  • Netvliesloslating: zeldzaam
  • Glasvochtbloeding: zeldzaam

Met dank aan Nederlands Oogheelkundig genootschap

Waar bent u naar op zoek?