Toestaan wat er is
Neem eerst de tijd om goed te gaan zitten. De voeten op de vloer, waar je ook zit. Je kunt de oefening liggend doen maar het is makkelijker om het zittend te doen. Zo blijf je alert en aandachtig. Je rug is zo recht als gemakkelijk is en je handen liggen losjes. Je houding is aandachtig maar ook ontspannen. Merk op wat de fysieke sensaties zijn van je ademhaling in je lichaam op dit moment. Tijdens de oefening kun je altijd even teruggaan naar je ademhaling als je afdwaalt. Bewust van de inademing, bewust van de uitademing. Hier en nu aanwezig.
Neem nu je probleem ,situatie of herinnering in gedachten waar je moeite mee hebt. Het hoeft niet je grootste probleem te zijn. Kies iets waarmee je voor nu mee wilt werken. Misschien iets dat nu speelt in je leven. Iets dat je niet lekker zit, een conflict met iemand, een beperking die je hebt. Verdriet over wat recent gebeurd is. Of een moment waarop je erg bang was.
Probeer je dat probleem in een beeld voor te stellen. Maak dat beeld zo concreet mogelijk. Alsof je een foto maakt van de kern van het probleem. Het maakt niet uit welk beeld je precies neemt. Kies een situatie of gevoel dat het meeste bij jouw beeld past. Misschien merk je al dat er gevoelens en gedachten opkomen als je aan dat probleem denkt. Merk op welke gevoelens, gedachten of emoties er nu opkomen. Probeer deze gevoelens niet te beheersen maar geef ze alle ruimte en zeg tegen jezelf, “ het is okay, laat me maar voelen het is er toch al”. Verdriet, angst, ergernis of teleurstelling, het is okay laat me maar voelen. Probeer dan op te merken waar in je lichaam jij deze gevoelens ervaart. Begint je buik te kriebelen, krijg jet het warm op je borst? Voel je druk bij je ogen? Stel je open voor alle sensaties en zeg steeds tegen jezelf: “Het is okay, laat me maar voelen. Het is er toch al”.
Wat voel je nu? Wees je bewust van al de opkomende gevoelens in je lichaam. Geef het alle ruimte, het komt vanzelf op en zakt vanzelf weer weg. Je hoeft niets te doen enkel toestaan wat er toch al is. Alsof je tegen jezelf zegt, wat ik nu ervaar hoort op dit moment bij mijn leven. Het mag er zijn. Wat ik nu ervaar hoort op dit moment bij mijn leven. Het mag er zijn.
Wat voel je nu, en waar voel je dat in je lichaam? Als je gevoelens te intens worden, kun je altijd met je aandacht even naar je ademhaling gaan. Naar je voeten of handen of naar geluiden. En daarna kom je terug bij alle gevoelens en sensaties die je op dit moment ervaart.
Probeer er nu maar bij te blijven. Hoe pijnlijk het ook is, het is okay. Laat me maar voelen het is er toch al.
Wat ervaar je nu, wat voel je nu, en waar voel je dat nu in je lichaam, geef het alle ruimte. Indien je aandacht verslapt, als je ergens aan moet denken, als je gevoelens weer neutraal worden, kun je terugdenken aan het startprobleem. Je herinnering aan het beeld waarmee je begon. Probeer je die situatie of dat beeld weer voor te stellen. Als je tegenzin voelt, of weerstand, dan is dat ook okay. Ook dat hoort erbij.
Probeer je nu weer die situatie voor te stellen. Wat werd er gezegd, wat gebeurde er? Waar was je? En merk welke gevoelens en emoties die nu oproepen. Zeg steeds in jezelf: “Laat me maar voelen, ik wil er bewust van worden, het mag er zijn”.
Wat ervaar je nu? Wat voel je nu en waar voel je dat in je lichaam? Je laat je gevoelens als het ware uitgolven in je lichaam. Misschien komen er tranen, raak je gespannen, allemaal okay.
Je richt je weer op alle sensaties in je lichaam. Benauwdheid, zweten. Iedere golf zal vanzelf weer kleiner worden. Misschien merk je in het verloop van de oefening dat er andere gevoelens en beelden opkomen. Ook dat is prima, ook dat is er toch al. Je hoeft niets te doen. je hoeft alleen maar op te merken. Laat het maar voorbij komen en blijf erbij. Voelen wat je op dit moment voelt.
Wat ervaar je nu? En waar in je lichaam ervaar je dat nu? Wat het ook is, het is okay, laat me maar voelen. Het is er toch al. Laat alle gevoelens vanzelf uitgolven.
Je kunt ook voor een derde maal, het beeld ophalen waar het mee begon. Het beeld van jouw probleem. Misschien merk je na een tijdje dat het minder naar en akelig wordt als je eraan denkt. Maar misschien heeft het iets meer tijd nodig totdat het minder naar wordt. Geeft het tijd, geef jezelf de tijd. Je bent zoals je bent. En als je wellicht prettiger gevoelens hebt of krijgt, dan kun je dat ook alle ruimte geven. Prettig of onprettig, allemaal okay.
Wat voel je nu? En waar voel je dat nu in je lichaam? Wat het ook is, laat me maar voelen, het is er toch al en zal vanzelf weer minder worden. En iedere keer als je erover gaat nadenken breng je je aandacht weer terug naar je ervaring op dit moment. Aan de gevoelens en sensaties in je lichaam op dit moment.
Wat ervaar je nu? Hoe naar is je ervaring nu nog? Probeer ook niet te veel te oordelen over het effect van deze oefening. Je kunt er later altijd met iemand over praten als je wilt. Maar verandering kost tijd. En met tijd worden je golven en gevoelens steeds minder. Wat het ook is, het is okay, laat me maar voelen, het mag er zijn. Geef het alle ruimte.
Neem dan de laatste minuten van deze oefening de tijd om je aandacht weer even op je ademhaling te richten. Of op de geluiden om je heen. Dus je ademhaling of geluiden. Bewust van waar je nu bent. Bewust van jezelf hier en nu. Ademhaling of geluiden.
Dit was een oefening in gevoel surfen en toestaan wat er is. Soms zijn de golven hoog, klein of zelfs vlak. Maar altijd veranderen de golven na een tijdje. Met deze oefening train je jezelf om om te gaan met dingen die moeilijk zijn. Wanneer je de tijd hebt genomen om onprettige herinneringen op te zoeken zodat ze minder akelig zijn en minder spanning veroorzaken. Als je er aan toe bent, kun je je ogen weer open doen. En je een beetje bewegen.