Bladeren in de stroom
Dit is een oefening om je te laten zien hoe snel gedachten ons weg trekken uit onze ervaring, als we erin geloven. Het enige dat ik je ga vragen om te doen is om de gedachten die je denkt te denken en ze toe te staan om te stromen, de een na de ander. De bedoeling van de oefening is om op te merken waar er een verplaatsing is van het kijken naar je gedachten naar het kijken vanuit je gedachten. Je zult weten dat dit gebeurd is als de stroom van bladeren stopt of als je zelf onderdeel van de stroom geworden bent, of als de oefening is verdwenen.
lk ga je vragen om je voor te stellen dat je aan een riviertje zit, waarop grote bladeren door de stroom worden meegevoerd. Jij staat of zit op een verhoging waardoor je goed uitzicht hebt over de rivier. Op elk blad staat een gedachte die jij hebt geschreven. Sommige mensen vinden het moeilijk om gedachten in woorden te vatten en zien hun gedachten als plaatjes of beelden. Als dat voor jou ook geldt, zet dan zo’n beeld op een blad dat door de rivier wordt meegevoerd. Sommige mensen houden niet van rivieren en dan kun je ook iets anders proberen: Soldaten in een parade. Je stelt je dan voor dat er kleine soldaatjes uit je linkeroor komen, die vóór jou langs in een parade naar rechts lopen. Jij staat op een tribune naar deze parade te kijken. Alle soldaatjes dragen een bordje met zich mee, waarop jouw gedachten te zien zijn. Elk bord bevat een gedachte.
Over een minuut zal ik je vragen om je te concentreren en te beginnen met het langs laten komen van je gedachten, geschreven of afgebeeld op de bladeren in de stroom. Hier is nu de opdracht: de opdracht is simpelweg de stroom bladeren voorbij te laten komen zonder het te laten stoppen en zonder dat je zelf onderdeel gaat uitmaken van de stroom. De bedoeling is dat je het laat stromen. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat je in staat zult zijn om dit te doen zonder onderbreking. En dit is het belangrijkste gedeelte van de oefening. Op een bepaald moment zul je merken dat de stroom is gestopt, of dat je kwijt bent waarvoor je de oefening ook weer doet, of dat je deel uitmaakt van de stroom in plaats van op de verhoging te staan. Als dat gebeurt, wil ik je vragen om even achterover te leunen en te zien of je in staat bent om te pakken te krijgen wat je deed vlak voor de stroom stopte. Daarna ga je weer verder en zetje je gedachten weer op de bladeren totdat de stroom voor een tweede keer stopt enzovoorts. Het belangrijkste is om te merken wanneer het stopt om welke reden dan ook en om te proberen te pakken te krijgen wat er gebeurde voor het stopte. OK?
Nog één ding. Als de stroom niet op gang komt en je begint te denken: “dit werkt niet”, of “ik doe het fout”, laat die gedachte dan geschreven worden op een blad en stuur dat de stroom in. OK?
Maak het jezelf gemakkelijk, sluit je ogen en concentreer je. Laat de stroom beginnen.