Behandeling fistels

Chirurgische behandeling fistels

Om een fistel goed te behandelen is er vaak een operatie noodzakelijk. Vaak vindt dit plaats in dagbehandeling. De operatie duurt meestal rond de 30 minuten en kan plaatsvinden onder loco-regionale anesthesie (ruggeprik) of algehele narcose. Voorafgaand aan de operatie bespreekt u de methode van verdoving met de anesthesioloog. Op de polikliniek wordt de operatie met u doorgenomen en krijgt u recept mee ter voorbereiding om een inspectie op de operatiekamer goed mogelijk te maken.

Primaire operatie (fistulotomie of setondrainage)

Tijdens de operatie zal het verloop van de fistel worden opgezocht. Wanneer de fistel oppervlakkig verloopt kan de fistel worden doorgenomen en opengelegd. Dan blijft er nog voldoende sluitspierweefsel over om incontinentie te voorkomen. Door het open laten van de fistel kan deze in de weken na de procedure dichtgroeien en genezen. Dit heeft het hoogste succespercentage.

Wanneer tijdens de operatie blijkt dat de fistel complexer verloopt en de fistel niet kan worden doorgenomen kan het noodzakelijk zijn een zogenaamde drain in te brengen in het fistelkanaal. Deze “seton drainage” zorgt in de weken na de operatie voor rust in het anale gebied. Een tweede operatie is dan nog wel noodzakelijk.

primaire-operatie-fistels

Vervolg operatie (mucosaverschuivingsplastiek, plug)

Een vervolg operatie wordt opnieuw met u besproken op de polikliniek nadat het gebied van de fistel tot rust is gekomen. Bij complex verlopende fistels is het meestal nodig om de inwendige fistel opening dicht te maken middels een zogenaamde mucosa verschuivingsplastiek. Hierbij wordt in het anale kanaal de inwendige opening gesloten door deze af te dekken met slijmvlies. Het slijmvlies wordt dan over het gaatje aan de binnenzijde gehecht. Ook kan er soms een plug worden ingebracht om de genezing na de operatie te ondersteunen en dichtgroeien van de fistel te bevorderen.

De slagingskans van dit soort operaties zijn vaak afhankelijk van veel factoren. Gemiddeld is het slagingspercentage van een mucosaverschuivingsplastiek rond de 70-80%, echter per patiënt wordt gekeken wat de beste oplossing is van de fistel. En soms is een herhaalde operatie noodzakelijk.

vervolg-operatie-fistels

Na de operatie

U mag na de operatie meestal de zelfde dag weer naar huis. Als vervolg op de operatie krijgt u altijd een controle afspraak mee op de polikliniek. Het anale kanaal geneest niet heel snel, vaak heeft het enige tijd nodig voordat het heelt. Over het algemeen krijgt u een controle afspraak na 6 weken. Tijdens deze controle wordt er gekeken of de genezing adequaat verloopt en of verdere behandeling en/of onderzoek noodzakelijk is.

Na de operatie aan de fistel kan er nog vocht komen uit de operatiewond. Dit hoort bij het normale herstel. Het vochtverlies kan nog een aantal weken aanhouden. Het operatiegebied zal in de eerste dagen nog gezwollen zijn, dit zal na een aantal dagen verminderen. Wanneer er drainage heeft plaatsgevonden middels een zogenaamde seton drainage is goede hygiëne noodzakelijk. Na de stoelgang dient u het gebied dan te reinigen met lauw warm water. U krijgt dit spoelvoorschrift dan na de operatie voorgeschreven.

Mogelijke complicaties van de behandeling

Zoals bij iedere behandeling en operatie kunnen complicaties optreden. Gelukkig komen zij niet vaak voor en kunnen ze meestal verholpen of behandeld worden.

  • Pijn na de behandeling: hiervoor krijgt u zo nodig pijnstillers voorgeschreven, paracetamol kunt u vaak zelf al gebruiken.
  • Een moeizame stoelgang: Een vervelend probleem na een operatie is het op gang brengen van de stoelgang. Deze kan de eerste malen na een operatie wat pijnlijk en bloederig zijn. U krijgt indien nodig pijnstillers en laxeermiddelen.
  • Nabloeding: Na een operatie kan er een nabloeding ontstaan. Soms wordt er dan nog op de afdeling een hechting geplaatst of een speciale tampon die het bloeden stelpt. Bij gebruik van bloedverdunnende medicijnen is de kans op deze complicatie hoger. U moet ook vooraf aan de procedure altijd aangeven wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt. Een klein beetje bloedverlies is acceptabel, is het meer dan een kopje vol en blijft het aanhouden dan moet u contact opnemen met de behandelende afdeling of de spoedeisende hulp.
  • Ontsteking van het behandelde gebied: vaak merkt u dit door temperatuursverhoging en zwelling in het gebied. Het is raadzaam contact op te nemen met de behandelende afdeling.
  • Problemen na de narcose of ruggenprik: bij aanhoudende lekkage van vocht uit de insteekopening van de ruggenprik of aanhoudende misselijkheid na de narcose dient u contact op te nemen met de behandelende afdeling. Wanneer u merkt dat de insteekopening van het infuus pijn gaat doen en rood wordt dient u ook contact op te nemen met de afdeling.
Waar bent u naar op zoek?