Onderzoek van de bekkenfysiotherapeut

Eerste zitting

De eerste zitting bekkenfysiotherapie bestaat uit een vraaggesprek, de intake gesprek, om uw problemen goed in kaart te kunnen brengen, uitleg over het ontstaan en de gevolgen van de klacht en het uitleggen van het bekkenfysiotherapeutisch lichamelijk onderzoek. Allereerst zal de bekkenfysiotherapeut controleren of u met uw specifieke klacht en met uw specifieke hulpvraag bij haar op de juiste plaats bent. Ook sluit zij uit dat er geen andere aandoeningen zijn die eerst aandacht dienen te krijgen alvorens de bekkenfysiotherapie op te starten.

Daarna richt zij zich op uw klachten en uw hulpvraag; welke klachten heeft u, wanneer zijn ze ontstaan, hoe is het beloop enzovoort. Om uw klachten nog duidelijker in kaart te kunnen brengen, wordt het intake gesprek meestal gevolgd door een aantal vragenlijsten.

De bekkenfysiotherapeut gebruikt de gegevens van de verwijzende arts (gynaecoloog, uroloog, MDL-arts, seksuoloog, huisarts, revalidatiearts) maar zal vanuit haar eigen specifieke deskundigheid een aantal aanvullende vragen hebben. Mogelijk wordt u gevraagd een plas- of ontlastingsdagboekje bij te houden om goed zicht te krijgen op de mate van incontinentie.

Tweede zitting

In de tweede zitting zal de bekkenfysiotherapeut het lichamelijk onderzoek uitvoeren. Dit is waarschijnlijk heel anders als u van een ‘gewone’ fysiotherapeut gewend bent. Een bekkenfysiotherapeut is speciaal opgeleid om een inwendig onderzoek te doen. Niet een onderzoek zoals de gynaecoloog of uroloog dat doet maar een inwendig onderzoek dat erop gericht is het functioneren van het bekken, de bekkenbanden en de bekkenbodem helder te maken.

Wanneer u bezwaar heeft tegen dit onderzoek kunt u dit kenbaar maken en zal de bekkenfysiotherapeut met u zoeken naar andere (voor u minder belastende) mogelijkheden uw bekken en bekkenbodem te onderzoeken.

Het onderzoek?

Afhankelijk van de klacht zal het onderzoek bij vrouwen vaginaal of anaal (via rectum)worden uitgevoerd. Bij urine- en / of verzakkingklachten meestal vaginaal, bij ontlastingsklachten anaal. Bij mannen is de bekkenbodem alleen via de anus te onderzoeken en zal het onderzoek dus anaal plaatsvinden. We noemen dit onderzoek: het palperen van de bekkenbodem. Na de palpatie kan in overleg met u besloten worden tot een onderzoek met behulp van myofeedback, drukfeedback of de rectale ballon.

Veel aandoeningen van de bekkenbodem hebben te maken met de buikdruk. De buikdruk betekent letterlijk de druk die er heerst in de buikholte. De buikdruk wordt geregeld door de buikspieren, het middenrif en de bekkenbodem. Een te hoge buikdruk kan leiden tot verzakkingen van de organen en tot het verlies van urine, windjes en / of ontlasting. Bovendien leidt een hoge buikdruk mogelijk ook tot pijn; pijn het bekken, de lage rug en / of de buik.

Buikdruk dreigt ook bij aan de stabiliteit van onze romp. Door een te lage buikdruk kan de stabiliteit verminderen en kunnen bekken- en / of lage rugklachten ontstaan. De bekkenfysiotherapeut kan daarom besluiten ook een onderzoek te doen naar uw buikdruk.

Onderzoek met behulp van feedback

Myofeedback

Myo is het Latijnse woord voor spier. Myofeedback wil zeggen dat men informatie krijgt over dat wat de spier doet. Bij een myofeedbackonderzoek en / of –behandeling wordt een probe (sonde) in de vagina of in de anus gebracht om de activiteit van uw bekkenbodemspieren te meten. Op deze probe wordt wat gelei aangebracht waardoor het inbrengen makkelijk verloopt. Wanneer de probe is ingebracht, zal de bekkenfysiotherapeut verschillende activiteiten van u vragen. Op een computerscherm zult u een curve zien verschijnen die datgene dat u met uw bekkenspieren doet, zal weergeven. Zo kunt u zelf ook volgen en controleren wat uw bekkenbodemspieren doen.

Het onderzoek kan worden uitgevoerd met een vaginale of een anale probe. Een probe is een sensor die de activiteit van de bekkenbodemspieren meet en weergeeft op een computerscherm. Bij vrouwen kan, afhankelijk van de klacht, gekozen worden voor onderzoek met een vaginale probe (meestal gekozen bij verzakkingsklachten, seksuele klachten en klachten met betrekking tot het plassen) en een anale probe (meestal gekozen bij klachten met betrekking tot de stoelgang). Bij mannen zal bij het onderzoek altijd met een anale probe gewerkt worden omdat bij mannen de anus de enige mogelijkheid is de bekkenbodem te onderzoeken.

Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug (vaginale probe) of op uw zij (anale probe). Soms wordt het onderzoek uitgevoerd terwijl u zit of terwijl u staat. Uw onderlijf wordt afgedekt met een handdoek zodat u niet bloot ligt. Desgewenst kunt u uw (onder)kleding weer aandoen. Wanneer de probe is ingebracht, vraagt de bekkenfysiotherapeut u even helemaal niets te doen. Zo kunt u even wennen aan het gevoel van de probe. De bekkenfysiotherapeut noteert wat de activiteit van de bekkenbodem is bij het inbrengen en wanneer u even (1 minuut) rustig heeft gelegen.

Daarna zal zij u vragen op verschillende manieren uw bekkenbodemspieren aan te spannen en te ontspannen. Op het scherm kunt u via een curve zien of en hoe u uw bekkenbodemspieren aan- en ontspannen. De bekkenfysiotherapeut zal alle gegevens noteren en deze later met u bespreken. Ook zal zij u vragen te persen en te hoesten. Misschien bent u bang dat u hiermee urine of ontlasting verliest. Mocht dit zo zijn, geeft u dit dan aan. De bekkenfysiotherapeut legt dan een onderlegger op de bank. Het is wel belangrijk om te weten wat er tijdens het persen en het hoesten gebeurt. Vandaar dat we u vragen om dit ook goed uit te voeren.

Na afloop van het onderzoek zal de bekkenfysiotherapeut alles met u bespreken. Het myofeedback-apparaat pakt alleen de activiteit op die u zelf uitvoert. Het apparaat geeft geen stroom. Een myofeedback-onderzoek dient pijnloos te verlopen. Mocht u toch pijn voelen of mocht u het onderzoek toch vervelend vinden, dan kunt u het altijd laten stoppen. De probes zijn zo gevormd dat ze goed aangepast zijn aan de betreffende lichaamsholte. Bij de meeste mensen kunnen ze probleemloos gebruikt worden. Probes worden om hygiënische redenen alleen persoonsgebonden gebruikt. De probes worden door sommige zorgverzekeraars vergoed. Meestal moet u echter rekening houden met een eigen bijdrage voor de probe

Behalve voor onderzoek kan myofeedback ook tijdens de therapie gebruikt worden. Zo heeft u ook tijdens het oefenen een goede controle over wat uw bekkenbodemspieren doen. U schaft de probe dus aan voor meerdere sessies.

Drukfeedback

Een andere vorm van feedback is de drukfeedback. Hierbij wordt de druk in de vagina of in het anale kanaal gemeten. Ook drukfeedback geeft informatie over de werking van de spieren maar op een andere manier dan de myofeedback. Myofeedback laat zien op welke manier de spier aanspant en ontspant, drukfeedback laat zien wat het effect is van dat aanspannen. Het is mogelijk dat iemand de bekkenbodemspieren aanspant en de myofeedback dus activiteit laat zien maar dat er geen of weinig beweging plaats vindt in de bekkenboden. Dat betekent dat iemand de bekkenbodem bijvoorbeeld niet goed kan sluiten om de organen te ondersteunen of de anus niet goed kan sluiten waardoor problemen met het ophouden van windjes en ontlasting ontstaan. Hoe beter iemand de bekkenbodem kan bewegen, hoe meer druk er wordt waargenomen.

Het onderzoek gaat net als het onderzoek bij de myofeedback. Ook drukfeedback kan worden uitgevoerd met een vaginale of een anale drukprobe. Wanneer de drukprobe is ingebracht, vraagt de bekkenfysiotherapeut u even helemaal niets te doen. Zo kunt u even wennen aan het gevoel van de probe. De bekkenfysiotherapeut noteert wat de druk van de bekkenbodem is bij het inbrengen en wanneer u even (1 minuut) rustig heeft gelegen.

Daarna zal zij u vragen op verschillende manieren uw bekkenbodemspieren aan te spannen en te ontspannen. Op het scherm kunt u ook nu via een curve zien of en hoe u uw bekkenbodemspieren aan- en ontspannen. De bekkenfysiotherapeut zal alle gegevens noteren en deze later met u bespreken. Ook zal zij u vragen te persen en te hoesten. Misschien bent u bang dat u hiermee urine of ontlasting verliest. Mocht dit zo zijn, geeft u dit dan aan. De bekkenfysiotherapeut legt dan een onderlegger op de bank. Het is wel belangrijk om te weten wat er tijdens het persen en het hoesten gebeurt. Vandaar dat we u vragen om dit ook goed uit te voeren.

De drukprobes worden gebruikt met een medisch condoom en hoeven niet door u zelf te worden bekostigd.

Waar bent u naar op zoek?