Behandelmogelijkheden
Een wervelfractuur kan conservatief worden behandeld, mits er geen sprake is van verdere beschadigingen, met name van beschadigde zenuwen of ernstige scheefstand van de wervelkolom. Door de conservatieve behandeling, die gewoonlijk bestaat uit het immobiliseren van de wervelkolom en de toediening van medicijnen, heelt het grootste deel van de wervelfracturen na enkele weken of maanden, mits de fractuur niet het gevolg is van een tumor.
Als deze behandeling niet tot het gewenste resultaat leidt of als er bijwerkingen optreden, kan een behandeling met een ballonkyfoplastiek of vertebroplastiek worden overwogen zolang de breuk nog niet spontaan is geheeld. Bij een vertebroplastiek wordt het betreffende wervellichaam met botcement opgevuld, terwijl bij een ballonkyfoplastiek wordt geprobeerd om tegelijkertijd het lengteverlies dat door de breuk is veroorzaakt te compenseren voordat de wervel wordt opgevuld met cement.
Ook kan een open operatie uitkomst bieden. Bij deze operatie wordt getracht om de scheefstand die het gevolg is van de wervelfractuur te corrigeren met behulp van pennen en schroeven en een eventuele vernauwing van de wortelkanaaltjes op te heffen.
Er wordt voor een open operatie gekozen als de wervelfractuur tot een ernstige scheefstand van de wervelkolom en/of tot een verschuiving van het wervelkanaal met de bijbehorende beschadiging van de zenuwen heeft geleid. Een operatie alleen leidt bij wervelfracturen die zijn ontstaan door osteoporose niet altijd tot het gewenste resultaat. Daarom wordt deze behandeling vaak met een ballonkyfoplastiek gecombineerd.
Bij wervelfracturen die door een kwaadaardige tumor zijn veroorzaakt, heeft verwijdering van de tumor via een open operatie en/of bestraling de prioriteit. Een ballonkyfoplastiek kan hierbij ter verlichting van de pijn en stabilisering van het wervellichaam worden toegepast