Arthrodese hallux rigidus
Operatieve behandeling van hallux rigidus
Voor uitgebreide informatie over hallux rigidus klik hier.
Indien u ondanks de niet operatieve behandeling pijnklachten blijft houden is een operatieve behandeling aangewezen. Hierbij wordt het gewrichtsoppervlak van het middenvoetsbeentje en het eerste kootje ontdaan van kraakbeen en middels een plaatje met schroeven aan elkaar gefixeerd (artrodese) (zie figuur 1). Het pijnlijke gewricht is nu vastgezet en kan geen pijn meer veroorzaken. De bewegelijkheid is echter door het vastzetten ook weggenomen. De afwikkelvoorziening blijft in de meeste gevallen noodzakelijk voor het lopen.
Figuur 1: artrodese bij een hallux rigidus
De anesthesist bespreekt met u welke verdoving bij u mogelijk is. Mogelijkheden zijn: een zenuwblokkade, een ruggenprik of een algehele narcose. Combinaties van deze technieken zijn ook mogelijk.
In het algemeen betreft het een korte opname of een dagopname.
Na de operatie zal de voorvoet in een verband zitten gedurende enkele dagen.
In de meeste gevallen kunt u belasten met een voorvoet ontlastende schoen die u van het ziekenhuis meekrijgt.
De voorbereiding
Thuis kunt u voorbereidingen treffen (zoals: een stoel in de douche. Kunt u traplopen voorkomen? Is er iemand die u helpt bij uw dagelijkse activiteiten, zoals boodschappen en schoonmaken?)
Als u rookt, is het aan te raden in ieder geval tijdelijk te stoppen. Het liefst minimaal 4 weken vóór de operatie tot 4 weken ná de operatie. Roken heeft namelijk een nadelig effect op het herstel na de operatie. Wilt u (tijdelijk) stoppen en wenst u begeleiding: overleg dit met uw huisarts.
Onze voeten dragen ons hele lichaam. Als u overgewicht heeft, wilt u misschien afvallen. Wenst u hierbij begeleiding, overleg dat dan met uw orthopedisch chirurg.
Nabehandeling en herstel
In de periode dat uw voet geneest, is uw voet dikwijls gevoelig. Sommige mensen vinden dat het meevalt, maar veel mensen ervaren meer pijn dan ze hadden verwacht. De voet is meestal dik en pijnlijk; dit kan nog wel tot twee tot drie maanden na de operatie aanhouden.
Tijdens het herstel kunt u gebruik maken van pijnstillers. Uw orthopedisch chirurg geeft u hierover advies. Het is belangrijk dat u naar uw lichaam luistert: herstel vraagt nu eenmaal tijd.
Na 2 weken volgt er een afspraak voor wondcontrole en eventuele hechting verwijdering en na 6 tot 8 weken na de operatie volgt een röntgenfoto waarbij u op uw voet staat.
Mogelijke risico’s en complicaties
Een operatie brengt altijd risico’s met zich mee en er is altijd kans op complicaties. Bij operatieve behandeling van hallux rigidus bestaat onder andere de kans op:
- wondinfectie,
- bloedvat of zenuwschade,
- de schroefjes kunnen die irritatie geven,
- langdurige zwelling en/of pijn,
- trombose,
- nabloeding,
- pijnlijk litteken,
- stoornis in de doorbloeding van het middenvoetsbeentje waardoor een stukje bot kan afsterven (botnecrose),
- het niet vast groeien van de twee botten (middenvoetsbeentje en eerste kootje van de teen) aan elkaar (non-union)
Bij deze klachten neemt u contact op met de polikliniek orthopedie
- uw teen of uw voet meer gezwollen is en/of rood is en/of als u koorts heeft. Dat kan betekenen dat de wond ontstoken is,
- u last heeft van een nabloeding,
- een groot deel van uw been zwelt en/of zwaar aanvoelt en/of rood of blauw verkleurt. Dat kan betekenen dat u last heeft van een trombosebeen.