Dementie
- ernstige vergeetachtigheid. Aanvankelijk problemen met het kortetermijngeheugen. Mensen in deze fase zijn voortdurend spullen kwijt, vergeten afspraken en stellen steeds dezelfde vragen;
- problemen met complexe en nieuwe situaties, zoals een vakantie of een ziekenhuisbezoek. Mensen raken sneller het overzicht kwijt doordat het ordenen van gedachten niet lukt;
- verlies van het besef van tijd. Iemand weet niet meer welke dag of hoe laat het is. Ook inschatten hoelang iets duurt, gaat moeilijker.
- kwijtraken van het gevoel voor plaats. In deze fase herkennen mensen plekken niet en weten bijvoorbeeld niet meer waar hun auto geparkeerd is;
- problemen met het uitvoeren van dagelijkse handelingen. Mensen kunnen handelingen met een bepaalde volgorde steeds moeilijker uitvoeren. Bijvoorbeeld eten koken en zichzelf aankleden;
- problemen met rekenen. Omgaan met bijvoorbeeld geld wordt een probleem;
- taalproblemen. De woordenschat wordt beetje bij beetje kleiner;
- veranderingen in karakter en gedrag. Veel mensen met dementie gaan zich anders gedragen dan voorheen. Soms doen ze dingen die ze vroeger nooit deden, zoals vloeken of grove moppen vertellen;
- onrust. Veel mensen met dementie moeten continu iets doen. Bijvoorbeeld rondlopen met spullen, opruimen of dwalen. Sommigen krijgen ook slaapproblemen. Zo kan het dag- en nachtritme verstoord raken.
- voorwerpen niet meer herkennen en niet weten te gebruiken;
- moeite met bewegen. Mensen bewegen zich onhandig en houterig. Zo stoten ze zich steeds vaker en laten dingen vallen;
- het verliezen van fatsoensnormen. Mensen verzorgen zichzelf bijvoorbeeld slecht en kennen geen schaamte.
“Soms ben ik het opeens kwijt”.
Het sluipt er langzaam in. De eerste keer dat ik iets merkte was een jaar of vier geleden. De vergeetachtigheid werd alleen steeds erger. Als iemand tegen me zei dat we om 10 uur weg gingen, zei ik alsnog om 10 uur: ‘dat had je wel eerder tegen me mogen zeggn!’. In het ziekenhuis moest ik rekensommetjes maken en andere simpele testen voor het geheugen. Ik vond het zo vreemd dat ik sommige dingen niet meer wist. Ik had altijd een ijzersterk geheugen, volgens mij is er een steekje losgeraakt.
|