Hoe is het beloop van plotselinge doofheid?
Bij plotselinge doofheid met een onbekende oorzaak kan het gehoor vanzelf herstellen. Dat gebeurt bij ongeveer een derde van de patiënten. Bij ongeveer een derde van de patiënten verbetert het gehoor wel enigszins, maar is de restschade groot, zodat het herstel in de praktijk weinig of niets oplevert. Bij de overige patiënten herstelt het gehoor niet.
In hoeverre het gehoor verbetert, hangt mede af van de ernst van het gehoorverlies. Is het oor (bijna) helemaal doof, dan zijn de kansen op herstel klein; is het gehoorverlies gering, dan zijn de vooruitzichten beter.
Gehoorherstel is te verwachten in de eerste weken nadat het gehoorverlies is opgetreden. Na 3 tot 6 maanden is over het algemeen geen verdere verbetering van het gehoor meer te verwachten. De evenwichtsstoornissen en de drukgevoelens op het oor verdwijnen meestal geheel. Het oorsuizen blijft echter vaak aanwezig.
Veel patiënten met een éénzijdige plotselinge doofheid maken zich zorgen over hun gezonde oor. Zou dat oor in de toekomst niet ook plotsdoof kunnen worden? In de praktijk blijkt dit gelukkig vrijwel nooit voor te komen. Ook kan het goede oor niet overbelast raken of slijten doordat het gehoor aan de andere kant is afgenomen.
Extra voorzichtigheid is wel op zijn plaats bij ontstekingen aan het gezonde oor en ter voorkoming van lawaaibeschadiging.