Paniek
Je knieën voelen knikken, je hart voelen bonzen, het benauwd hebben, duizelig of misselijk zijn en het zweet dat je uitbreekt. Iedereen kent deze ervaringen: paniek. Paniek en angst vormen een deel van ons leven. Over het algemeen kan paniek goed worden verklaard vanuit de situatie waarin iemand zich bevindt. Op een moment dat je bijvoorbeeld gedachteloos de straat oversteekt zonder goed uit te kijken en je opgeschrikt wordt door het gegier van banden. Niemand zal verbaasd zijn dat je dan bovengenoemde verschijnselen vertoont.
Angst of paniek is nuttig, dit heb je nodig. Zonder paniek kun je namelijk niet goed functioneren. Een paniekreactie zoals hierboven beschreven is, stelt je in staat om snel te kunnen reageren op een (mogelijk) bedreigende situatie.
Alle kenmerken die genoemd zijn, zijn dan ook het best te verklaren vanuit de mogelijkheid tot het ondernemen van actie. Voor het ondernemen van actie is het noodzakelijk dat het lichaam voldoende zuurstof naar de spieren kan transporteren en de manier om dit te doen ligt voor de hand: sneller en dieper gaan ademhalen. Deze versnelling voelt aan als benauwdheid. Om deze zuurstof snel verder te transporteren zal het hart harder moeten pompen: je hartslag verhoogt hierdoor. Daarnaast zal er meer bloed naar de lichaamsdelen gaan die in actie moeten komen: je armen en benen. Er gaat dus wat minder bloed naar de andere delen, bijvoorbeeld je hersenen of je buik, wat een gevoel van duizeligheid of misselijkheid kan geven. Tot slot bereidt het lichaam zich voor op de heftige spieractiviteit die kan gaan komen. Deze activiteit veroorzaakt warmte en om deze warmte af te voeren wordt het koelingsmechanisme van het lichaam ingeschakeld: zweten. Zo kunnen alle kenmerken van hevige angst of paniek worden verklaard als een mechanisme dat het lichaam in staat stelt tot het ondernemen van actie. Je lichaam bereidt zich bij hevige angst of paniek voor op een vlucht of vechtreactie.