Vormen van otosclerose
Er zijn drie vormen van otosclerose:
1. Van de stijgbeugel
Beginnende otosclerose is te herkennen aan een wittig brokje op de stijgbeugel. Als de otosclerose jarenlang ongestoord zijn gang zou gaan, zou de stijgbeugel zelfs helemaal overwoekerd worden door bot. Een andere naam voor otosclerose is ‘otospongeose’. Die term verwijst naar de slechter wordende kwaliteit van het bot. Het sclerotische proces – ofwel het hard worden van het bot – treedt pas later op.
2. Van het slakkenhuis
In zeer uitzonderlijke gevallen tast de otosclerose niet de stijgbeugel aan, maar het slakkenhuis. Dan is er geen sprake van een geleidingsgehoorverlies, maar van een zenuwgehoorverlies. We spreken dan van cochleaire otosclerose. In dat geval zijn er twee mogelijkheden: iemand krijgt een hoortoestel of er wordt een cochleair implantaat geplaatst.
3. Van slakkenhuis en stijgbeugel
Er komt ook otosclerose voor waarbij stijgbeugel en slakkenhuis zijn aangedaan. Er is dan sprake van een geleidingsgehoorverlies, maar ook van een zenuwgehoorverlies.