Hoe gaat de operatie in zijn werk?
Hoe gaat de operatie in zijn werk?
De operatie vindt plaats onder volledige narcose. De anesthesioloog informeert u op een ander moment over de bijzonderheden en de risico’s van de narcose. Vlak voor de operatie, als u op de operatietafel ligt, wordt door middel van een kort röntgenonderzoek de plaats van de uitstulpende tussenwervelschijf nauwkeurig vastgesteld, zodat de plek waar de huidsnede wordt gemaakt exact kan worden bepaald.
Nadat de huidsnede is gemaakt, worden de spieren over korte afstand van de wervelbogen losgemaakt om het wervelkanaal tussen twee wervelbogen te kunnen openen. Om ervoor te zorgen dat de chirurg beter zicht krijgt, moet er soms ook wat bot van de wervelboog worden verwijderd. Vanaf nu wordt gebruik gemaakt van het microscoop om optimaal te kunnen zien. Met speciale instrumenten kan daarna de uitstulping van de tussenwervelschijf uit het wervelkanaal worden verwijderd, waardoor de zenuwwortel wordt ontlast.
Eventuele afgebrokkelde stukken van de tussenwervelschijf (sekwesters) die in het wervelkanaal terechtgekomen zijn, moeten ook worden opgespoord en verwijderd. De vezelring van de tussenwervelschijf die tussen de wervellichamen ligt, wordt verder ongemoeid gelaten. Delen van de tussenwervelschijf die al los zitten, worden verwijderd om te voorkomen dat ze alsnog vrijkomen en in het wervelkanaal terechtkomen. Een volledige verwijdering van de tussenwervelschijf tussen de wervellichamen is niet mogelijk. Het ‘gat’ dat door de operatie in de geleiachtige kern van de vezelring is ontstaan, groeit na de operatie door lichaamseigen weefsel vanzelf dicht.
Soms wordt extra ruimte gemaakt voor de zenuwwortel door het wervelkanaal of de wortelkanaaltjes wijder te maken.
Voordat de wond wordt gesloten, kan een dunne slang in het wervelkanaal worden ingebracht, om na de operatie het wondvocht weg te laten lopen. Deze drain blijft in de regel een dag zitten.