Benigne Paroxysmale PositieDuizeligheid (BPPD)
Benigne betekent ‘goedaardig/ongevaarlijk’ en paroxismaalstaat voor ‘in aanvallen optredend’. Is bij u de diagnose BPPD gesteld, dan heeft u last van aanvallen van draaiduizeligheid, die optreden bij bewegingen, bijvoorbeeld als u gaat liggen en/of vanuit liggende houding overeind komt. Hoewel deze duizeligheid heel beangstigend kan zijn en bijkomende klachten kent, zoals zweten, misselijkheid en/of braken, is het een ongevaarlijke aandoening.
Oorzaak BPPD
BPPD wordt veroorzaakt door het neerslaan van ‘oorkristallen’ of ‘gruis’ op de zintuigcellen in het binnenoor (ook wel slakkenhuis genoemd). Dit deel van uw binnenoor is het evenwichtsorgaan.
Het neerslaan van de oorkristallen leidt tot een kortdurende overprikkeling van de zintuigcellen en daarmee tot duizeligheid. De ’kristallen’ zijn afkomstig uit een ander deel van het slakkenhuis en kunnen zich verplaatsen, bijvoorbeeld na het stoten van uw hoofd, na een langdurige operatie of een periode van bedrust of griep. Ook kunnen door verouderingsprocessen ‘kristallen’ in uw binnenoor ontstaan, waardoor BPPD relatief veel bij oudere mensen voorkomt.
Kenmerken
BPPD is de meest voorkomende vorm van duizeligheid. Het kenmerkt zich door duizeligheid, die opkomt enkele seconden na het maken van een specifieke beweging met uw hoofd, zoals voorover buigen, omrollen in bed of naar boven kijken. De duizeligheid duurt meestal niet langer dan een minuut en is afwezig zolang het hoofd niet beweegt. Dit onderscheidt BPPD van andere vormen van duizeligheid. Soms is de duizeligheid alleen ’s ochtends aanwezig en verdwijnt het in de loop van de dag door de dagelijkse activiteiten.
Hoe ga ik om met BPPD?
Als u te maken krijgt met BPPD, kunnen enkele aanpassingen in uw dagelijks leven ervoor zorgen dat de klachten minimaal zijn. Gebruik ’s nachts twee of meer kussens. Slaap niet op de zijde waar u last van heeft. Stap ’s ochtends rustig uit bed en blijf voor het uit bed stappen een minuutje op de rand van het bed zitten. Buig niet voorover om iets op te pakken en buig uw hoofd niet te ver naar achteren om bijvoorbeeld naar het plafond te kijken. Wees bijvoorbeeld voorzichtig als uw haren gewassen worden bij de kapper. Vervolgens moet u de normale activiteiten weer uitbreiden, zodat uw evenwichtsorgaan went aan de bewegingen.