Blaasretentie
Een blaaskatheter is een dun buisje dat in de blaas wordt gebracht zodat de urine uit de blaas kan stromen. Dit kan continu naar een opvangzak (beenzak of nachtzak) stromen of intermitterend via een katheterventiel. Een katheter wordt ingebracht indien men zelf niet meer kan plassen (retentie), dat kan ten gevolge van een operatie zijn, of er kan een andere oorzaak zijn waarvoor dan verder onderzoek nodig is. Soms krijgt iemand ook uit voorzorg een katheter, bijvoorbeeld voor een operatie.
Hoe werkt het katheter
Indien er geen andere oplossing mogelijk is, wordt een katheter ook wel eens gegeven bij incontinentieklachten. Het inbrengen van de katheter gebeurt via de urinebuis of via de buik ( dan hebben we het over een suprapubische katheter). Aan het uiteinde van de katheter zit een ballonnetje. Deze ballon zit na het inbrengen in de blaas. De ballon voorkomt dat de katheter uit de blaas valt. Via het ventiel wordt de ballon met steriel water gevuld. Voor mensen met een katheter is het erg belangrijk om voldoende te drinken. Zij moeten proberen om twee liter vocht per dag tot zich te nemen. Dit vermindert de kans op blaasinfectie, blaaskrampen en verstopping van de katheter. Om de urine op te vangen wordt het uiteinde van de katheter gekoppeld aan een urineopvangzak.
Dag- en nachtzakken
Er zijn zakken voor de dag en voor de nacht. Dagzakken hebben doorgaans een inhoud van 500 of 750 ml. De zak wordt met behulp van banden op het been bevestigd zijn. Nachtzakken zijn grotere zakken met een inhoud van 1500 of 2000 ml. en met een langere afvoerslang. Deze zak kan met behulp van een bedhanger aan het bed gehangen worden of op de grond in een bak worden gelegd. Voor tijdens het douchen, badderen of zwemmen kan een katheterstop gebruikt worden als tijdelijke afsluiting.