Oorzaken en gevolgen
De exacte oorzaak van achalasie is onbekend. Zeker is dat een bepaald type zenuwvezels van de slokdarm ontstoken raakt en uiteindelijk zelfs verdwijnt. Het lijkt erop dat een normale afweerreactie tegen virusinfecties als ‘bijwerking’kunnen leiden tot deze zenuwschade. Heel eenvoudig voorgesteld: de afweerreactie dat bedoeld is om het virus te bestrijden beschadigt ‘per ongeluk’ook deze zenuwvezels. Opvallend is dat er eigenlijk nooit andere zenuwvezels beschadigde dagen; de schade blijft bijna altijd beperkt tot de slokdarm.
De uitval van deze zenuwvezels heeft 3 mogelijke gevolgen:
- De normale peristaltiek (het voortduwen van het voedsel) neemt af en kan zelfs volledig verdwijnen.
- De onderste kringspier (tussen slokdarm en maag) raakt in een voortdurende kramptoestand waardoor het voedsel niet goed kan passeren.
- In de slokdarm kunnen langdurige krampen optreden.
Tenslotte kan bij een klein aantal patiënten met achalasie door de voedselstagnering irritatie van het slijmvlies optreden. Die kan leiden tot onrustige cellen die een voorloper van slokdarmkanker kunnen zijn. Hoewel die kans klein lijkt, controleren wijpatiënten met achalasie driejaarlijks met een gastroscopie om die onrustige cellen op te sporen en te behandelen.
De klachten
Niet goed zakken van eten is de meest voorkomende klacht bij achalasie. Mensen kunnen wel goed het voedsel uit de mond naar de slokdarm slikken, maar dan blijft het ergens achter het borstbeen steken. Opvallend bij achalasie is dat het gaat om zowel vaste als vloeibare kost. Dus: niet alleen het stuk vlees blijft steken, maar zelfs een slok water wil soms niet zakken. Vaak worden die klachten in de loop van de tijd heel langzaam erger. In de loop van de tijd vallen er steeds meer zenuwvezels uit.
Pijnlijke kramp achter het borstbeen komt ook regelmatig voor. Dit drukkende gevoel op de borst wordt vaak eerst aangezien voor hartklachten. Vaak kan tijdens een krampaanval ook geen voedsel en vocht passeren door de slokdarm.