De normale slokdarm
Wanneer ueen hap voedsel doorslikt gebeuren er vijf dingen:
- Uw tong-mondspieren duwen het voedsel richting slokdarm.
- De bovenste kringspier van de slokdarm gaat kortdurend open om het voedsel door te laten.
- Na het passeren van de voedselbrok knijpt deze kringspier stevig dicht. Tegelijkertijd duwt de slokdarm met een rollende beweging de voedselbrok naar beneden.
- Vlak voor de voedselbrok onder in de slokdarm aankomt gaat de onderste kringspier open en kan de voedselbrok doorzakken naar de maag.
- Zodra de voedselbrok is gepasseerd knijpt de onderste kringspier weer stevig samen.
Het samentrekken van de kringspier heeft als doel om terugvloed (reflux) te voorkomen. Wanneer de bovenste kringspier niet goed dichtgaat kan voedsel vanuit de slokdarm in de longen terechtkomen (met benauwdheid en hoestklachten). Wanneer de onderste kringspier niet goed dichtgaat kan maaginhoud in de slokdarm komen (met zuurbranden klachten en pijn op de borst).