EBUS (Echografisch onderzoek vanuit de luchtpijp)
Bij een EBUS-endoscopie brengt de arts een bestuurbare slang (de broncho-endoscoop) via de mond in de luchtwegen. Bij de echo-endoscoop zit er op het uiteinde van de bronchoscoop een echoapparaatje. Dit apparaatje zendt onhoorbare geluidsgolven uit. De echo’s van deze geluidsgolven weerkaatsen in het lichaam. Na weerkaatsing worden de echo’s van de geluidsgolven opgevangen en omgezet in zichtbaar beeld op een TV scherm. Er wordt dan vanuit de luchtpijp weefsel weggehaald vanuit klieren die zich tussen uw longen bevinden.
Voorafgaand aan het onderzoek wordt uw keel verdoofd, zodat u geen kokhalsneiging krijgt bij het onderzoek. Daarna wordt u op de rug in bed gelegd. Vervolgens krijgt u voor aanvang van het onderzoek een slaapmiddel toegediend. De endoscoop wordt via uw keel de luchtpijp ingebracht. Om de slang te beschermen plaatst een verpleegkundige een bijtring tussen uw kaken, waar tussendoor de endoscoop de mond/ keelholte ingaat . Er is genoeg ruimte in de keel om gewoon door te ademen. Tijdens deze fase slaapt u, en zult u nauwelijks iets merken van het onderzoek. De longarts doet daarna het onderzoek vanuit de luchtweg, hij verwijdert kliermateriaal voor verder onderzoek.