Erfelijkheid bij borstkanker
Borstkanker komt vaak voor en heeft meestal geen erfelijke oorzaak (aangeboren aanleg). Als er in een familie bij één of twee vrouwen borstkanker voorkomt, hoeft dit dus zeker niet erfelijk te zijn.
In een aantal gevallen moet er wel rekening worden gehouden met een erfelijke oorzaak. Een aantal voorbeelden:
- borstkanker op zeer jonge leeftijd (bijvoorbeeld onder de 40 jaar);
- borstkanker in beide borsten;
- als meerdere vrouwen uit één familie borstkanker krijgen, waarbij één van die vrouwen jonger was dan 50 jaar toen de borstkanker werd ontdekt;
- bij een bepaald type borstkanker dat niet gevoelig is voor hormonen en geen grote hoeveelheid Her2neu eiwitreceptoren heeft (‘triple negatief’);
- eierstokkanker;
- borstkanker bij een man.
Aanleg borstkanker in de genen
Bij borstkanker met een erfelijke oorzaak gaat het om een mutatie in het erfelijk materiaal. Vrouwen met een erfelijke aanleg hebben een sterk verhoogd risico om borstkanker te krijgen. De bekendste en belangrijkste erfelijke oorzaak voor borstkanker is een aanleg in het BRCA 1 gen of het BRCA 2 gen. Deze aanleg geeft een sterk verhoogd risico op borstkanker en zorgt ook voor een verhoogd risico op eierstokkanker. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren een aantal nieuwe testen ontwikkeld die een aanleg in bepaalde genen kunnen vaststellen die een verhoogd risico op borstkanker geven (CHEK2, PALB2 en ATM). Als het vermoeden bestaat dat u mogelijk erfelijk belast bent, kunt u worden verwezen voor genetisch onderzoek.