Algemeen:
Volgens het Besluit Cardiologie aangaande opleidings- en erkenningseisen voor het medisch
specialisme cardiologie van 14 juni 2004, gepubliceerd in de Staatscourant van 14 december 2004, dient de aios tijdens de opleiding gedurende twaalf maanden werkzaam te zijn op een afdeling voor niet-acute cardiale zorg, zonder dat daar overigens verdere specificaties aan worden verbonden.
Doelstelling stage:
Het Kaderbesluit CCMS omschrijft de opleiding als het verwerven van algemene en specifieke competenties. Op basis hiervan kan voor de stage op de Verpleegafdeling gedefinieerd worden dat de aios zich minimaal de volgende competenties eigen dient te maken:
1. ten aanzien van medisch handelen:
a) de aios kent de pathofysiologie en presentatievorm van niet-acute cardiale ziektebeelden, waaronder (maar niet limitatief) chronisch hartfalen, kleplijden, geaccepteerd boezemfibrilleren en niet-acute vormen van coronarialijden.
b) de aios kan een adequate anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren en is
in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en te interpreteren, zowel
schriftelijk als mondeling.
c) de aios kan efficiënt en doelmatig nader diagnostisch onderzoek aanvragen en kan
aangeven wat de risico’s zijn verbonden aan deze onderzoekingen (bijvoorbeeld ten
aanzien van coronairangiografie).
d) de aios kan van de diverse onderzoekingen aangeven wat de diagnostische, de
therapeutische en de prognostische informatie is die kan worden verkregen, en kan dit
toepassen op een individuele casus.
e) de aios kan op grond van verkregen gegevens een adequaat behandelplan opstellen en
kan van de gekozen behandeling aangeven in hoeverre die behandeling genezend
werkt, symptoomverlichting zal geven, en/of de prognose zal verbeteren.
f) de aios is in staat ECG’s en inspanningsECG’s te interpreteren binnen de klinische
context van een gegeven casus.
g) de aios kent de mogelijkheden van hartrevalidatie en andere vormen van poliklinische
en extramurale follow-up en begeleiding van patiënten met cardiale aandoeningen.
2. ten aanzien van communicatie:
a) de aios toont respect voor en een adequate mate van betrokkenheid bij de patiënt
b) de aios is in staat om aan de patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de
vermoedde diagnose uit te leggen en aan te geven wat het aanvullende onderzoek
inhoudt (inclusief de eventueel daaraan verbonden risico’s), wat de behandelopties
zijn (inclusief de daaraan verbonden risico’s), en wat de prognose van de aandoening
is. Bovendien kan de aios ten overstaan van de patiënt en diens familie een
begrijpelijk en betrouwbaar overzicht geven van de klinische gebeurtenissen rondom
de patiënt.
c) de aios kan ten aanzien van de medische gegevens adequaat zowel schriftelijk als
mondeling rapporteren aan andere health care professionals, met inbegrip van een
gedegen verslaglegging in de medische status.
3. ten aanzien van samenwerking:
a) de aios is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de
patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren, en adequate
instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel.
b) de aios zorgt, tesamen met de verpleegkundige, voor een efficiënt verlopende visite.
c) de aios is op de hoogte van de op de afdeling voor paramedisch personeel bestaande
protocollen en voorschriften.
4. ten aanzien van kennis en wetenschap:
a) de aios geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom
een casus.
b) de aios kan aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen
rondom niet-acute cardiale ziektebeelden, inclusief discussies met betrekking tot
invasief ingrijpen bij coronarialijden, hartklepchirurgie, elektrofysiologisch
onderzoek, ICD implantatie en CRT.
5. ten aanzien van maatschappelijk handelen:
a) de aios is bekend met de epidemiologie van chronische cardiale aandoeningen,
waaronder coronarialijden, hartkleplijden, hartfalen en hartritmestoornissen.
b) de aios toont aan nagedacht te hebben over ethische kwesties die de patiëntengroep
met chronische niet-behandelbare cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld
aangaande het reanimatiebeleid).
c) de aios kan ongeveer aangeven wat de kosten zijn van diverse therapeutische
benaderingen.
6. ten aanzien van organisatie:
a) de aios overziet het patiëntenaanbod en –bestand op de verpleegafdeling en kan de
logistiek en efficiënte bezetting van de bedden organiseren.
b) de aios weet adequaat prioriteiten te stellen en hulp in te roepen indien geconfronteerd
met gelijktijdig optreden van problemen bij meerdere patiënten.
c) de aios is punctueel met betrekking tot afspraken, o.a. betreffende gesprekken met
familie.
7. ten aanzien van professionaliteit:
a) de aios vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag.
b) de aios kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.
Indeling stage:
De aios wordt voor een aaneengesloten periode van 3-6 maanden ingepland op de
verpleegafdeling. De stage wordt slechts onderbroken door deelname aan het dienstenrooster. De formele eis van een stage is dat 80% van de werkweek ook daadwerkelijk binnen die stage
wordt doorgebracht. De werkbelasting op de verpleegafdeling is dusdanig dat werkzaam-heden buiten de afdeling zoveel mogelijk beperkt zijn
De stage-indeling kan als volgt worden gezien:
1. elke ochtend van 08.00 – 08.30 uur ochtendrapport bestaande uit 15 minuten referaat en 15 minuten patiënten overdracht
2. de aios volgt alle algemene onderwijsmomenten en verzorgt volgens wisselrooster
patiëntbesprekingen en referaten.
3. na het ochtendrapport volgt dagelijks de röntgenbespreking.
4. hierna wordt visite gelopen op de verpleegafdeling.De visite wordt 2x per week tezamen met de supervisor gedaan, en 3x door de aios zelfstandig. Naarmate de zelfstandigheid van de aios toeneemt zal de verantwoordelijkheid
et uitvoeren van diverse taken toenemen. In alle gevallen blijft een gestructureerd
overleg met de supervisor bestaan.
5. de aios draagt zorg voor een gedegen gevoerde medische status en adequate en snelle
schriftelijke rapportage naar de 1e lijn bij ontslag van de patiënt, inclusief overdracht voor
trombosedienst, revalidatieteam en andere betrokken hulpverleners.
Toetsing:
Toetsmomenten met betrekking tot de stage omvatten:
1. direkte beoordeling door de superviserende cardioloog, o.a. mbv KKB’s.
2. beoordeling van statusvoering en ontslagbrieven, aangevuld met specifieke bespreking
hiervan, door de supervisor en eventueel ook de opleider.
3. beoordeling door de opleider van patiëntbesprekingen tijdens het ochtendrapport en tijdens
specifiek daartoe gereserveerde onderwijsmomenten.
4. beoordeling door de opleider van referaten.
5. verslagen van verpleging en patiënten aangaande het functioneren van de aios, uitgebracht op verzoek van de opleider.
Portfolio:
In het portfolio wordt bijgehouden hoeveel patiënten met diverse aandoeningen zijn gezien,
welke complicaties tegengekomen zijn bij de diverse ziektebeelden, en welke verrichtingen zijn uitgevoerd. De casus welke bij het ochtendrapport zelfstandig naar voren werden gebracht worden als zodanig gemerkt. In het portfolio worden tevens de besproken ontslagbrieven en KKB’s opgenomen. Bovendien reflecteert de aios in het portfolio met enige regelmaat op zijn/haar eigen functioneren.