Op de afdeling na de knieoperatie

Door onderstaande informatie goed door te lezen bent u beter voorbereid op de operatie en herstelperiode na de operatie.

Pijn

Als u met een ruggenprik geopereerd bent kan het mobiliseren starten als de verdoving is uitgewerkt. Als u pijn ervaart, kunt u dit aangeven bij de verpleegkundige. Deze kan u hiervoor pijnstillers geven. Als u weinig pijn ervaart, is het beter om geen of minder pijnstillers te nemen.

Mobiliseren

Als de verdoving is uitgewerkt, kunt u direct op de afdeling starten met bewegingsoefeningen. Oefeningen die u zelf kunt, vindt u in het revalidatieprotocol. Deze oefeningen kunt u ook al doen vóór de operatie. U start spoedig na de operatie dus al met lopen, onder begeleiding van de fysiotherapeut. U mag het geopereerde been meteen volledig belasten.

U zult de eerste 2-3 weken na de operatie lopen met 2 krukken of een rollator. De fysiotherapeut zal dit met u oefenen. Zodra uw spierfunctie voldoende is en het veilig is, kunt u met één kruk, een wandelstok of zonder hulpmiddel lopen. Bouw de loopafstand rustig op.

Slapen

Na het plaatsen van een knieprothese mag u in elke positie slapen zoals u wilt. Het is wel van belang om het been de eerste uren goed te strekken.

Operatiewond

De operatiewond is afgedekt met een pleister die u kunt laten zitten tot aan de controleafspraak ongeveer 2 weken na de operatie. Met deze pleister kunt u douchen, maar u kunt er niet mee in bad. Als u thuis merkt dat de wond gaat lekken, neemt u dan contact op met de afdeling Orthopedie.

Röntgenfoto en bloedonderzoek

De dag na uw operatie maken we een röntgenfoto ter controle. Degene die u geopereerd heeft, controleert de foto. De röntgenfoto wordt gebruikt als uitgangsfoto om in de toekomst mogelijke veranderingen rondom de prothese te beoordelen.

Bloedonderzoek vindt niet standaard plaats na de operatie. Alleen als er reden is zal er bloedonderzoek worden verricht om uw bloedgehalte te bepalen.

Trombose

Een mogelijke complicatie die kan ontstaan na de operatie is trombose. Dit is een bloedstolsel in de kuit. Om dit te voorkomen zal u bloedverdunnende medicijnen gebruiken gedurende 6 weken na de ingreep. Op de afdeling leert u hoe via zeer kleine injecties in de huid een medicijn tegen trombose te gebruiken is. Patiënten die al voor de operatie bloedverdunnende medicijnen gebruiken, moeten na de operatie weer starten met de eigen medicijnen. Dit wordt op de afdeling geregeld.

Wanneer kunt u het ziekenhuis verlaten?

Dit kan wanneer de volgende 2 punten gelden:

  • U kunt veilig mobiliseren.
    Dit wordt bepaald door de fysiotherapeut en verpleegkundige van de afdeling. Veilig mobiliseren betekent dat u zelf uit bed kan komen, kan lopen met krukken of rollator en zelfstandig naar de wc kunt gaan. Als u thuis de trap op moet, moet u veilig de trap op en af kunnen.
  • De operatiewond moet droog zijn.

Voor de meeste patiënten is het mogelijk om één of twee dagen na de operatie het ziekenhuis te verlaten.

Autorijden, fietsen en zwemmen

  • Autorijden
    U kunt weer autorijden als dit veilig is. Meestal zal dit 4 tot 8 weken na de operatie zijn. U moet kunnen lopen zonder krukken en uw spieren van het been en rondom de knie goed onder controle hebben. Overleg dit met uw fysiotherapeut. We raden u aan vooraf goed naar de voorwaarden van uw autoverzekering te kijken.
  • Fietsen
    U mag fietsen zodra dit veilig is voor uzelf en een ander. Gebruik eerst een damesfiets, zodat u goed en veilig kunt op- en afstappen. Het gebruik van een hometrainer is in overleg met uw fysiotherapeut al eerder toegestaan. Zet het zadel liever niet te laag.
  • Zwemmen
    U mag zwemmen als de wond hersteld is en u stabiel loopt (pas op met gladheid vloeren).

Wat kan ik allemaal doen met een heupprothese?

  • Geen probleem: (berg)wandelen, dansen, zwemmen, golfen, fietsen, seks, fitness, tennis
  • Als u ervaren bent, dan is ook geen probleem: skiën, schaatsen, yoga
  • Af te raden: hardlopen (marathon, duurloop), contactsport (voetbal, hockey, rugby etc.), vechtsport

Controle na een knieoperatie

Omdat de herstelperiode erg belangrijk is voor het resultaat van de heupoperatie, verwachten we u op controle. We kijken dan hoe het gaat met uw herstel, en hoe we u daar verder bij kunnen helpen. Ook kunnen we zo op tijd eventuele complicaties ontdekken en behandelen.

Controles op de polikliniek

Ongeveer 2 weken na uw operatie komt u op controle bij de verpleegkundige. De pleister wordt op de poli verwijderd en eventuele hechtingen ook. Ongeveer 8 weken na de operatie krijgt u een afspraak bij uw kniespecialist. Van tevoren wordt opnieuw een röntgenfoto gemaakt. Vervolgens wordt na 1 jaar een controleafspraak gepland bij onze verpleegkundig specialist. Ook dan wordt opnieuw een röntgenfoto gemaakt.

Overige controles en onderhoud

Door een verbeterde slijtvastheid van moderne heupimplantaten zijn standaardcontroles op de polikliniek niet per se nodig. Toch raden we u aan om elke 5 of 6 jaar op controle te komen. Het kan zijn dat een deel van de prothese in de loop der tijd problemen geeft of los raakt.

Het opnieuw opereren van knie met een prothese die klachten geeft wordt een revisie-operatie genoemd. Soms kan dit een vrij simpele ingreep zijn waarbij een klein gedeelte van de prothese vervangen kan worden. Het kan ook zijn dat er een grote ingreep nodig is als het bot rondom de prothese is aangetast. We raden u aan om op tijd contact op te nemen met uw orthopeed als de prothese klachten geeft.

Waar bent u naar op zoek?