Trechterborstcorrectie
Je krijgt een correctie van je borstkas. Dit heet een trechterborstcorrectie. Je leest hier wat de operatie inhoudt en wat je kunt verwachten.
Bij een trechterborst ligt het borstbeen naar binnen. Dit komt door de groei van het kraakbeen tussen de ribben. De borstkas kan er daardoor anders uitzien. Bij de één zie je dit duidelijk, bij de ander bijna niet. Het komt vaker voor bij jongens.
Informatie over de behandeling
Door de trechterborst kan het hart minder ruimte krijgen. Dat kan ervoor zorgen dat je snel moe bent of dat ademhalen lastig is. Een operatie maakt de borstkas weer ruimer. Je kunt dan vaak beter sporten en je voelt je fitter. Soms is de reden voor een operatie dat je niet blij bent met hoe je borstkas eruitziet. Dat is ook belangrijk.
Bij de Nuss bar operatie plaatst de chirurg een metalen beugel achter het borstbeen. Daardoor komt het borstbeen naar voren.
De chirurg maakt aan beide zijkanten van de borst een klein sneetje. Via 1 sneetje kijkt de chirurg met een kleine camera. Via het andere sneetje plaatst de chirurg de beugel.
- De beugel blijft ongeveer 3 jaar zitten
- De operatie duurt ongeveer 2 uur
- Je blijft meestal 5 tot en met 7 dagen in het ziekenhuis
Soms zijn er 2 beugels nodig. Dat hangt af van hoe je borstkas is gevormd.
De beugel blijft ongeveer 3 jaar in je lichaam. Daarna wordt hij tijdens een nieuwe operatie verwijderd.
Bij deze operatie maakt de chirurg een langere snee over het borstbeen. De chirurg haalt een deel van het kraakbeen weg en duwt het borstbeen naar voren. Voor sommige kinderen is dit de beste behandeling. De arts bespreekt dit met jou.
Je hebt een gesprek met de arts en de verpleegkundige. Je ontmoet ook de fysiotherapeut en de medisch pedagogisch medewerker. Zij leggen alles uit.
Je moet voor de operatie nuchter zijn. Dat betekent dat je vanaf een bepaalde tijd niet meer mag eten of drinken. Je hoort precies wanneer dat is.
Douche nog even voordat je naar de operatie gaat.
Je draagt een hemd of jasje van het ziekenhuis. Je ouder mag met je mee naar de operatiekamer totdat je in slaap wordt gebracht. Daarna wacht je ouder op je kamer.
Je wordt wakker op de afdeling. Je kunt slaperig en misselijk zijn. Dat komt door de narcose en de pijnmedicatie. Je kunt ook een drukkend gevoel op je borst hebben. Dit hoort erbij.
Je bent aangesloten op apparatuur die kijkt naar:
- Hartslag
- Bloeddruk
- Ademhaling
Je hebt slangetjes, zoals:
- Een infuus voor vocht en medicijnen
- Een katheter voor de urine
- Soms zuurstof
- Soms een drain om wondvocht af te voeren
De verpleegkundige legt alles uit en helpt je.
Je krijgt pijnstilling via een ruggenprik en via drankjes. Je geeft regelmatig een cijfer voor je pijn. Zo weet de verpleegkundige of de medicijnen goed werken. Hoesten, lachen en bewegen kan pijn doen. Dat is normaal. Je krijgt pijnstillers voor thuis mee.
De fysiotherapeut helpt je de eerste dag al om iets rechterop te zitten. De tweede dag ga je uit bed. Je leert hoe je veilig beweegt.
Je krijgt ook ademhalingsoefeningen. Deze zijn belangrijk, zodat je goed blijft doorademen en geen longontsteking krijgt.
De wond is meestal dicht als je naar huis gaat. Soms gebruik je een steriel gaasje. De verpleegkundige legt dit uit. Gebruik geen zalf of poeder op de wond.
Een operatie is meestal veilig. Toch kunnen er klachten ontstaan. Deze zijn vaak goed te behandelen. Mogelijke gevolgen zijn:
- de beugel verschuift
- een wond raakt ontstoken
- een allergische reactie
- een longontsteking
- een bloeding
De eerste 4 weken
Je mag niet:- contactsporten of gym op school
- zware tassen tillen
- in drukke ruimtes komen waar je kunt worden geduwd
- fietsen, brommen, motorrijden of paardrijden
Je mag wel:
- wandelen
- op je zij liggen als dat prettig is
- douchen of in bad
- rustig zwemmen of voorzichtig rennen
- naar school vanaf 2 weken, maar je wordt gebracht en gehaald
Blijf ademhalingsoefeningen doen.
Na 4 tot en met 6 weken
Je mag steeds meer, samen met de fysiotherapeut.Na 2 maanden
Je mag weer sporten, maar rustig opbouwen. Geen wedstrijden.Na 3 maanden
Je mag weer alles doen wat geen pijn doet. Ook wedstrijden spelen.