Leveroperatie

Een afwijking in de lever kan goedaardig zijn (bijvoorbeeld een cyste) of kwaadaardig (een tumor).

Een kwaadaardige afwijking moet meestal weggehaald worden. Een goedaardige afwijking kan klachten geven of kwaadaardig worden. Daarom moet een goedaardige afwijking soms ook weggehaald worden.

Bij een gezwel in de lever kun je op verschillende manieren geopereerd worden. Dit hangt af van de plaats van het gezwel, hoe groot het gezwel is en hoeveel het er zijn.

• Segmentresectie
  De lever is verdeeld in acht stukken, ook wel segmenten genoemd.
  Als het gezwel in één segment zit, verwijdert de arts dit segment.
• Wigresectie
  Deze vorm wordt gebruikt als er gezwellen aan de buitenrand van de lever zitten. De arts haalt dan het gezwel en een klein stukje van de lever weg.
• Halfzijdige leverresectie
  Dit wordt ook wel de hemihepatectomie genoemd. Deze vorm wordt gebruikt als u aan één kant van de lever verschillende gezwellen heeft.
  De arts verwijdert dan de helft van uw lever.
• Ablatie
  De arts gebruikt deze vorm als het gezwel diep of op een moeilijke plek in uw lever ligt. Het gezwel mag niet groter dan 5 centimeter zijn. De arts prikt dan met een naald in het gezwel, en vernietigt het met met hitte.

Meerdere soorten operaties kunnen met elkaar gecombineerd worden.

Soms is alleen een ablatie nodig. Een zorgverlener kan de leverablatie op verschillende manieren doen:

1. Door de huid
2. Via een kijkoperatie

Als het mogelijk is om de ablatie te doen via een prik door de huid, voert een interventieradioloog de ingreep uit. De interventieradioloog bepaalt met een CT-scan of echo-apparaat waar de afwijking zit, en prikt dan door de huid heen de afwijking aan.