Artroscopie

Soorten kijkoperaties

• Artroscopie van de knie

  De orthopedisch chirurg maakt aan de voorkant van je knie meestal twee kleine sneetjes, naast de pees van je knieschijf.

  Via één sneetje brengt de arts een artroscoop in je knie. Dat is een dunne buis met een camera en een lampje. De camera is verbonden met een beeldscherm, zodat de arts in je knie kan kijken.

  Door een aparte opening wordt je knie gevuld en gespoeld met een zoutwateroplossing. Zo kan de arts alles goed zien.

  Als het nodig is, gebruikt de arts kleine instrumenten, zoals een schaartje of tangetje, om het gewricht te behandelen. De arts bekijkt het kraakbeen, de kruisbanden, het slijmvlies en de binnen- en buitenmeniscus.

  Na de operatie zijn de wondjes meestal zo klein dat ze niet gehecht hoeven te worden. Ze worden afgeplakt met hechtpleisters. Daarna krijg je een drukverband om je knie.

  De hele operatie duurt ongeveer 30 minuten.

  Aandoeningen die kunnen worden behandeld

  • Meniscusletsel
    Bij een scheur in de meniscus verwijdert de orthopedisch chirurg alleen het beschadigde deel. Zo blijft de schokdempende werking van de meniscus zoveel mogelijk behouden. Soms kan de scheur worden gehecht. De arts beslist dit tijdens de operatie.
  • Kraakbeenletsel
    Bij schade aan het kraakbeen kan de arts met kleine gaatjes in het bot (microfractuur) het herstel stimuleren. Hierdoor kunnen nieuwe cellen het kraakbeen deels herstellen. Deze behandeling is alleen geschikt bij plaatselijke schade, niet bij artrose.
  • Kruisbandletsel
    Een gescheurde kruisband kan tijdens een kijkoperatie worden hersteld. Soms is een aparte operatie voor een kruisbandreconstructie nodig.
  • Los stukje in het gewricht (corpus liberum)
    Een los stukje bot of kraakbeen kan pijn of blokkades veroorzaken. De arts verwijdert dit tijdens een kijkoperatie. Als het stukje groot is, kan het soms worden teruggeplaatst.
  • Infectie in de knie (septische artritis)
    Bij een infectie in het kniegewricht spoelt de arts de knie grondig tijdens een kijkoperatie. Je krijgt ook antibiotica via een infuus om de bacterie te bestrijden.

• Artroscopie van de heup

  Heb je pijn diep in de lies of bil, hoor je een knappend geluid in de lies of heb je het gevoel dat je heup ‘op slot’ zit? Dan kan de oorzaak soms worden behandeld met een kijkoperatie van de heup.

  Een kijkoperatie helpt alleen als de oorzaak niet komt door slijtage (artrose). Hieronder lees je welke heupaandoeningen wel met een artroscopie behandeld kunnen worden.

  • Scheur in het labrum
    Het labrum is een kraakbenige rand aan de heupkom. Het helpt om de heupkop op zijn plaats te houden.Door een blessure of herhaalde bewegingen kan er een scheur ontstaan. Dit geeft pijn diep in de lies of bil.Tijdens de kijkoperatie kan de arts het labrum hechten of beschadigde stukjes verwijderen.
  • Heupimpingement (FAI)
    Bij heupimpingement botst het dijbeen tegen de rand van de heupkom. Dat heet ook wel femoro-acetabulair impingement (FAI).De arts verwijdert tijdens de kijkoperatie het stukje bot dat voor de inklemming zorgt.
  • Beschadigd kraakbeen
    Bij een blessure of lichte slijtage kan het kraakbeen in de heup beschadigd raken. Kleine loszittende stukjes kunnen pijn of blokkades geven. Tijdens de kijkoperatie maakt de arts het kraakbeenoppervlak glad. Soms maakt de arts kleine gaatjes in het bot zodat nieuwe cellen littekenkraakbeen kunnen vormen (microfractuur).
  • Los stukje in de heup (gewrichtsmuis)
    Een los stukje bot of kraakbeen in de heup kan pijn of een blokkade veroorzaken. De arts verwijdert dit tijdens de kijkoperatie.
  • Beschadigd ligament (ligamentum teres)
    Een scheur of beschadiging van dit bandje in de heup kan pijn of een klik veroorzaken. Tijdens de kijkoperatie verwijdert de arts losse stukjes weefsel.